Aan bedrijvigheid geen gebrek in de gemeente Waalwijk. Met ongeveer drieduizend bedrijven, bedrijfjes en instellingen is Waalwijk een belangrijk economisch centrum in de Langstraat.
De kans is groot dat er in ieder Nederlands huishouden wel iets staat, hangt of ligt waar een Waalwijks geurtje aan kleeft. Is het niet geproduceerd in Waalwijk, dan zit er allicht een Waalwijks onderdeeltje in of is het vanuit Waalwijk verhandeld of getransporteerd.
Een bankstel van Piet Klerkx, schoenen van Van Haren, een kerstbal van HDM, een worstenbroodje van Schapendonk, een kostuum van Ben Barton, een airco van Van Wijlen, een hondenbrokje van Jonker, een relatiegeschenk van Arnold Verwiel, diepvriesspinazie van Diepop, een cd-doosje van Naber Plastics, een keuken van Mandemakers, een jacht van Van der Valk, een wijntje van Henri van Iersel, een tapijt van Desso, een kandelaartje van Xenos of een boek dat namens Bol.com verstuurd is via Docdata. Nou ja, noem maar op.
Waalwijk, Sprang-Capelle en Waspik kennen een gevarieerde bedrijvigheid. Maar dat is niet altijd zo geweest. Denk maar eens aan de schoenen- en lederindustrie, die vele tientallen jaren het beeld van de handel en industrie hier heeft bepaald. Eigenlijk tot 1966, het laatste jaar dat de schoenindustrie weer even in de plus zat. Maar nog altijd zijn schoenen een belangrijke bron van inkomsten. Alleen worden ze bijna niet meer hier gemaakt, maar wel verhandeld.
De eenzijdigheid van weleer bestaat niet meer. De gemeente Waalwijk heeft nu een rijk geschakeerd bedrijfsleven. Met dank aan de kunst van het veranderen. Waalwijk heeft van de nood een deugd gemaakt. De ondergang van de schoen- en lederindustrie heeft ervoor gezorgd dat ondernemers met handelsgeest, creativiteit en durf andere paden zijn gaan bewandelen. Dat geldt voor Waalwijk sterker dan voor Sprang-Capelle en Waspik. De twee kerkdorpen hebben toch meer hun oorspronkelijke agrarische en dorpse karakter behouden. Waalwijk daarentegen leunt op een sterke industriële traditie.
Schoenfabrikanten en leerlooiers zijn handelaren geworden en hun toeleveranciers van machines en fournituren hebben ook het roer omgegooid. En met succes. Een sprekend voorbeeld is Sealskin (vroeger Van Loon), ooit toeleverancier van de schoenindustrie en nu groot in badkamers en badkameraccessoires.
Waalwijk heeft op allerlei gebied een centrumfunctie in de Langstraat. Handel en industrie spelen daar een grote rol in. De bronnen daarvan liggen in de Middeleeuwen met het verkrijgen van de stadsrechten in 1303. De handels- en andere privileges van toen voor bijvoorbeeld het houden van (vee)markten zijn de wortels van de huidige bedrijvigheid en van de welvaart voor veel inwoners.
Waalwijk ligt ideaal, zeggen veel ondernemers die zich hier vestigen. Dat is voor een belangrijk deel ook zo. De Randstad en het buitenland zijn dichtbij. De A59 (Maasroute) vormt een goede verbinding van oost naar west v.v.. En als straks de N261 (Midden-Brabantweg) omgebouwd is tot autoweg zit het met de route noord-zuid en andersom ook wel goed. Te spreken zijn de ondernemers ook over de algemene voorzieningen, de regionale functie van Waalwijk, het toerisme in de omgeving en het winkelcentrum. Minder content zijn ze over de kwaliteit van het openbaar vervoer en het onderwijs (geen mbo en hbo). Een manco vinden ze het ook dat er geen kantorenmarkt is.
Een pluspunt met een 'maar' is de ligging aan het water van de Bergsche Maas. Waalwijk, Sprang-Capelle en Waspik hebben hun eigen havens. Maar die hebben anno 2010 nog een wereld te winnen. Vooral de Waalwijkse haven is aan renovatie toe. De haven wordt nu te weinig uitgenut. Aan plannen om de haven op te knappen wordt gewerkt. En dat past mooi in de ambitie van het gemeentebestuur om een topper op het gebied van logistiek en transport te worden. Dat streven krijgt tot nu toe vooral gestalte op bedrijvenpark Haven Zeven. Waalwijk, Sprang-Capelle en Waspik hebben altijd sterk iets gehad met transport. Appels Waalwijk was een grote. En de vrachtwagens van bijvoorbeeld Van Caem (nu Waalwijk, vroeger Sprang-Capelle), Boezer Waspik (ooit een hooiperserij), De Rooij Waalwijk en Van der Linden komen we nog altijd tegen op de Europese wegen.
Wie een kijkje neemt op de bedrijventerreinen kan met eigen ogen zien dat Waalwijk een centrum van bedrijvigheid is. En daarbij gaat het niet alleen om blikvangers als de meubelboulevard, DSM Resins, Stahl, Xenos, Synchreon Logistics, Docdata, Carrier (voorheen Holland Heating), Verhulst Klimaatbehandeling of Van Wijnen Bouw. Want Waalwijk telt ook heel veel kleinere ondernemingen. Het midden- en kleinbedrijf met minder dan tien werknemers is rijkelijk vertegenwoordigd. Volgens de jongste gegevens komt in de gemeente Waalwijk de handel op de eerste plaats. Industrie is een goede tweede en de gezondheids- en welzijnszorg maakt de top-drie compleet.
Bijdrage: Sjaak Koolen