Christendom
Tot het jaar 800 geloofden veel mensen in Meierijstad in verschillende Germaanse goden. Rond die tijd kwam het christendom naar Noord-Brabant. Steeds meer mensen werden christen. Bijvoorbeeld omdat machtige families het geloof aannamen, maar ook omdat er christenen uit het Maasgebied kwamen wonen. Christenen zijn mensen die geloven in God en Jezus Christus. Ze vieren hun geloof in een speciaal gebouw: een kerk.
Eigenkerk
Machtige families stichtten in de middeleeuwen kerkjes. Het waren 'eigenkerkjes'. Ze waren in het bezit van één eigenaar. Later maakten grote groepen mensen gebruik van deze kerkjes. De groep mensen die bij een kerk horen, noem je parochianen. De eigenkerken werden parochiekerken.
De parochie
De parochianen woonden in een parochie. Elke parochie kreeg een patroon (=heilige die je beschermt). In Eerschot was dat Sint-Maarten. De Sint-Maartensparochie was uitgestrekt. Niet alleen Eerschot en Sint-Oedenrode hoorden bij de parochie. Ook Olland en delen van Veghel, zoals Eerde en Krijtenburg. Olland en Eerde lagen ver weg. De mensen moesten lang lopen om bij de kerk te komen. Daarom bouwden ze een eigen kapel, waar ze konden bidden.
Van houten naar stenen kerk
De oudste kerken waren van hout. Ook de kerk van Eerschot is waarschijnlijk van hout geweest. Archeologen zochten naar sporen van dit gebouw, maar hebben ze niet gevonden. De sporen verdwenen misschien toen de stenen kerk werd gebouwd of het kerkhof werd aangelegd. Het onderhoud van de stenen kerk werd betaald met de tiende (=belasting). Dat was het tiende deel van de gewassen op de akkers. De boeren moesten dat deel aan de kerk afstaan.
Het kerkhof
Rond de kerk in Eerschot lag een kerkhof. Kerkhoven waren belangrijke ontmoetingsplaatsen. Op het kerkhof werd het nieuws uitgewisseld, werden verpachtingen (=huur van huizen of land), openbare verkopen en cijnsdagen (=belasting betalen) aangekondigd. Het kerkhof bestaat nu nog steeds. Je vindt het op de plek waar ooit het middeleeuwse kerkgebouw stond.