Patriotten op kasteel Henkenshage

"De dood der aristokraten en tirannen"

Tijd van pruiken en revoluties

Het ging in de achttiende eeuw niet goed met de Republiek. Mensen waren ontevreden. Gewone burgers mochten niet meepraten in het landsbestuur. Vooral in Staats-Brabant hadden inwoners minder rechten dan in andere provincies. Burgers in de Meierij waren het daar niet mee eens. Ze noemden zich 'patriotten' en vormden gewapende clubjes. In Sint-Oedenrode woonden veel patriotten. In het geheim maakten ze spotprenten en brieven.

Burgers met een mening

Stadhouder Willem V bestuurde de Republiek niet goed. Hij was besluitloos en liet het bestuur over aan een kleine groep rijke kooplieden en stadsbestuurders. Het was volgens de patriotten zijn schuld dat het niet goed ging met het land. Deze burgers waren naar school geweest en hadden geleerd een mening te hebben. Ze noemden zich 'patriotten' (=mensen die van hun vaderland houden). In Sint-Oedenrode woonden veel patriotten. Het waren mensen met een goede baan: dokters, advocaten en dorpsbestuurders.

Spotprenten en brieven

De patriotten maakten spotprenten. Dat zijn tekeningen waarin je iemand belachelijk maakt. Ook schreven ze brieven met hun mening in tijdschriften. Zo wilden ze mensen overtuigen.

Een patriot op Henkenshage

Eén van die spotbrieven werd geschreven op kasteel Henkenshage in Sint-Oedenrode. In die tijd woonde er een patriot op het kasteel, de uit Den Haag afkomstige advocaat Benjamin de Brueys. Hij had een vriend, Herman van Bracht. Die kwam uit de stad Dordrecht. Hij was daar boos over het stadsbestuur. Hij vond het mensen die zich als een koning gedroegen. Daarom schreef hij een boze brief met de titel: "De dood der Aristokraten en Tirannen". Dit soort mensen moest weg. Iedereen was gelijk.

Burgers aan de macht

De patriotten vonden hun vaderland erg belangrijk. Daarom vormden ze clubjes. Ze noemden dat 'Vrijkorpsen' of 'Burgerkorpsen'. In de club mocht je wapens dragen. Als ze werden aangevallen, kon het vrijkorps het land verdedigen. Sommige patriotten in Sint-Oedenrode liepen 's nachts gewapend over straat. Ze riepen leuzen: "Hier komen de patriotten aan!" Eén patriot uit Sint-Oedenrode was naar de stad Bethune in België gegaan. Daar was een patriottenleger dat de Meierij zou gaan bevrijden.

Burgeroorlog?

In 1787 wilden de patriotten oorlog tegen de stadhouder. Hij moest weg. Maar stadhouder Willem V was getrouwd met Wilhelmina van Pruisen. Haar broer was de koning van Pruisen. Dat was een machtig koninkrijk in het Duitsland van nu. De koning van Pruisen stuurde soldaten naar de Republiek om zijn zus te helpen. De patriotten werden bang. Ze durfden niet meer te vechten. De patriotten uit Sint-Oedenrode keerden naar huis terug.

Wachten op de Fransen

Sommige inwoners van Sint-Oedenrode hadden een hekel aan patriotten. Toen de patriotten niet meer durfden te vechten, werden ze door hen lastiggevallen. Op straat werd geroepen dat de patriotten "dood moesten" of "naar de bliksem". Vanaf toen maakten de patriotten alleen nog in het geheim hun plannen. Pas toen het Franse leger in 1794 de Meierij veroverde, durfden de patriotten zich weer te laten zien. Benjamin de Brueys koos toen de kant van de Fransen.