De Oude Vrijheid

Hertog Hendrik maakt Sint-Oedenrode stad

Tijd van steden en staten

"Hendrik, door Gods genade hertog van Lotharingen, groet allen die deze brief zullen lezen. Wij maken aan iedereen bekend dat wij aan onze geliefde mensen die in Rode wonen of er willen gaan wonen, dezelfde vrijheid schenken die wij aan onze burgers in Den Bosch hebben geschonken…" Zo begon de brief van Hertog Hendrik aan de inwoners van Sint-Oedenrode. Dankzij deze brief werd Sint-Oedenrode een stad. Hoe zat dat?

Vrijheidsrechten

Sint-Oedenrode kreeg van Hertog Hendrik I van Brabant speciale rechten. Net als de stad Den Bosch. Je noemt deze rechten 'vrijheidsrechten' of stadsrechten. De inwoners van Sint-Oedenrode werden daardoor vrije burgers of 'poorters'. Ze kregen een schepenbank (= dorpsbestuur) met eigen wetten en regels. En ze mochten markten houden op een marktveld. Ook hadden de inwoners van Sint-Oedenrode het recht om zichzelf te verdedigen: ze mochten stadsmuren bouwen en grachten graven. De burgers kregen een eigen vrijheids- of stadszegel waarmee ze brieven konden ondertekenen.

Fijn om te wonen

Het was fijn om in een plaats met vrijheidsrechten te wonen. Door de markten was er veel handel. Mensen uit de Meierij kwamen speciaal naar Sint-Oedenrode om spullen te kopen of verkopen. Ambachtslieden en handelaren woonden graag in de buurt van De Plaets. Dat was het marktveld. Door de handel kon je geld verdienen en een goed leven opbouwen. Belangrijke burgers bouwden mooie huizen rond het marktveld.

Waarom gaf de hertog vrijheidsrechten?

De hertog van Brabant deelde niet zomaar vrijheidsrechten uit. De hertog wilde zijn macht vergroten. Hij was pas sinds 1231 de baas in Sint-Oedenrode. Hij had Sint-Oedenrode, Erp, Schijndel en Veghel van de graaf van Gelre gekocht. De graaf van Gelre had nog veel invloed. Om zelf meer macht te krijgen, gaf de hertog de inwoners van Sint-Oedenrode vrijheidsrechten. Zo waren ze tevreden en kozen ze partij voor de hertog.

De grenzen van de vrijheid

Alleen de mensen die binnen de grenzen van de vrijheid woonden, waren burgers. Maar waar lagen die grenzen? Hertog Jan III van Brabant liet ze in 1340 opschrijven. Daarvoor gebruikte hij opvallende grenspunten. Een eikenboom met de naam 'De Kruiseik', het hek 'de Aude Ameijde' waarmee je de weg kon afsluiten of een houten brugje over de Dommel met de naam 'de Hoge Vonder'.

De rechten gelden voor heel Sint-Oedenrode

In 1404 besloot hertogin Johanna van Brabant dat de vrijheidsrechten voor alle inwoners van Sint-Oedenrode waren. Niet alleen voor de mensen in het dorp, maar ook voor de mensen van Nijnsel, Olland en Boskant. Als je binnen de grenzen van de gemeint van Sint-Oedenrode woonde, werd je inwoner van 'de Vrijheid'. Het dorp werd vanaf toen 'Oude Vrijheid' genoemd.