Leenstelsel
Er waren in de middeleeuwen mensen in Erp, Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel die hun bezittingen overdroegen aan de hertog van Brabant. Die werd eigenaar van de goederen. Dat was veilig, want de hertog zorgde ervoor, dat het goed beschermd werd. In ruil voor bescherming moest de leenman de hertog wel helpen in een oorlog. Als de leenman doodging, kwam er een nieuwe eigenaar. Die moest dan geld betalen om leenman te worden. Dat heette het 'heergewaad', omdat de leenman eerst een harnas moest kopen om te kunnen vechten.
Leenboeken
Het leengoed werd opgeschreven in een dikke boek. Dat heette het leenboek. Het oudste Brabantse leenboek dateert uit 1312. Bij elk leengoed schreef de schrijver de naam van de leenman op.
De Lankveltse hoeve
Een belangrijk leengoed was de Lankveltse Hoeve. Ze was genoemd naar een stuk grond met de naam Langveld. Er waren twee boerderijen op het leengoed: Havelt in Veghel en Lankvelt in Erp. De Haveltse Hoeve is verdwenen. De buurt waar de boerderij stond, heet nog steeds Havelt. De Lankveltse Hoeve in Erp bestaat nu nog wel. Hij wordt in Erp 'Hamse Hoef' genoemd. Ooit lag er een gracht om de hoeve. Ook stond er een 'stenen kamer'. Een gebouw waarin de eigenaar na de jacht kon uitrusten en iets kon drinken.
Je naam veranderen
Het leengoed Lankvelt was rond 1350 in handen van Lonys Peter van Erp. Hij kwam uit een bekende familie in Erp Veghel en Sint-Oedenrode. De familie vond het leengoed erg belangrijk. Daarom noemden zijn nakomelingen zich niet meer Van Erp, maar Van Lankveld.
Waarom bestaat de Lankveltse hoeve nog?
Het leenstelsel verdween na de middeleeuwen. De boerderijen bleven bestaan. Ze kwamen in handen van rijke families. Het bezit van zo'n grote boerderij gaf aanzien. De Lankveltse Hoeve kwam in 1852 in handen van de Bossche burgemeester De Kuyper. Hij maakte er een landgoed van en verbouwde de stenen kamer tot een herenhuis, het "Hams kasteeltje". In 1950 was het landgoed 130 hectaren groot. Dat zijn ongeveer 195 voetbalvelden!