Het orgel dat de eredienst opluistert in de kerk van Escharen is het oudste nog bestaande orgel in de gemeente Grave en misschien wel het beste. Al rond 1855 wordt het beoordeeld als 'een goed en solide werk'. Kenners van nu roemen de klank en typeren het als een bijzonder instrument. Kerk en orgel versterken zo elkaars kwaliteit.
Oost-Brabant staat al vroeg bekend om zijn orgelbouwers. Bekende namen zijn onder meer de familie Lampeler uit Mill (Wanroij), Jan van Dijck in Gemert en de familie Hocque in Grave. Floris Hocque, alias Floris Hocque Trompet, organist van de Sint-Elisabethkerk, trekt met zijn zoon Nicolaas naar Keulen en Luik en heeft daar succes als orgelbouwer. In Grave zelf hebben de Hocques kennelijk niets gebouwd; het grote orgel daar wordt verbouwd door Michiel Mercator (1531) en Dirk Pannekoek (1565). Dit orgel (er was overigens al een orgel in 1442) gaat bij het beleg van 1674 verloren. Pas in 1794 komt er een nieuw orgel, maar al na een maand, bij het volgende beleg, wordt dat verwoest. De resten ervan komen terecht in de hervormde kerk, waar Johann Titz er een nieuw orgel mee bouwt. De katholieken in de Sint-Elisabeth behelpen zich voorlopig met het bescheiden orgel uit de schuurkerk, gemaakt door Nicolaas van Hirtum (1797). In 1846 komt er een groot nieuw orgel, gebouwd door de firma Smits uit Reek. Dit orgel loopt grote schade op wanneer in 1866 een deel van de Sint-Elisabeth instort, maar wordt uiteindelijk door de firma Gebroeders Gradussen uit Winssen in bescheidener vorm hersteld.
In 1829 wordt een orgel in de schuurkerk van Escharen geplaatst. Het komt uit Reek. Dit orgel stamt waarschijnlijk uit 1759. Het is gemaakt in de Zuidelijke Nederlanden en is een fraai voorbeeld van de Brabantse school zoals die eind achttiende eeuw bestond. Helaas weten we niet wie het orgel gebouwd heeft en voor welke kerk of welk klooster; in Reek stond het pas sinds 1803. In 1834 en 1843 wordt het door F.C. Smits hersteld en in 1864 wordt het overgebracht naar de vlakbij gebouwde nieuwe kerk. In 2002 is het orgel door Verschueren Orgelbouw volledig gerestaureerd. Het instrument is daarbij wat naar voren geplaatst; de klavieren gaan terug naar de achterkant. Ook de bij het orgel horende heiligenbeelden keren terug: Caecilia (bovenop midden), Willibrordus (rechtsboven), Lucia (linksboven), Mozes (rechtsonder) en Aaron (linksonder), beelden die in de achttiende eeuw zijn gesneden door Petrus Verhoeven. Ze zijn alle vijf misschien een erfenis van de oorspronkelijke locatie.
De orgels van Gassel en Velp
De parochianen van de in 1802 gestichte parochie Gassel kerken nog in hun oude kapel, als F. C. Smits er in 1847 een orgel bouwt met onderdelen van het bestaande. In 1877 verhuist dit orgel naar de dan nieuw gebouwde kerk. In 1890 krijgt het daar een andere plaats. Het orgel in de kapel van de paters kapucijnen in Velp staat er pas sinds 1985. De kast in rococostijl is uit 1740-1760. Het monumentale vroegere orgel van het oude Velpse kerkje, een Van Deventer/Smitsorgel uit 1754, klinkt nu in Schaijk.