De Overwaard

Industrialisatie

(Auteur: Hans Ellenbroek)

Op 31 december 1867 werd steenfabriek 'de Overwaard' opgericht door Otto Anne Gustaaf Walland en Carel Ludwig Wilhelm Thormann middels de vennootschap onder firma Walland en Thormann en Co. Zij hadden twee stukken weiland gekocht aan de Hollandse IJssel. Het land aan het einde van het huidige caravanpark De Voormolen werd alleen gebruikt voor het winnen van steenaarde. Op een stuk hooiland aan de andere kant van IJsselstein, gekcht van Hendrik Groeneveld, lieten zij de steenfabriek bouwen, die de naam'de Overwaard' kreeg. De fabriek met veldoven, steenplaats en twaalf arbeiderswoningen lag tussende IJssel en de Utrechtseweg, ongeveer ter hoogte van de straten Vlamoven en Ringoven. De fabriek telde meteen al 49 personeelsleden. Op 15april 1870 kocht Carl Thormann (1843-1908) zijn compagnon uit en ging alleen verder. Op 30 november 1876 werd Cornelis Kamp zijn nieuwe compagnon en kreeg het bedrijf de naam firma Thormann en Co. In 1879 werd de steenfabriek verkocht aan Arie Mijnlieff (1825-1903), telg van een oud steenbakkersgeslacht uit Nieuwerkerk en Ouderkerk aan de IJssel. Carl Thormann vertrok met zijn gezin naar Rheden en werd agent van de spporwegen.

Intussen had Gerard Johan Keijzer van Johannes Bartholomeus Groeneveld, de zoon van Hendrik, een stuk grond gekocht, westelijk grenzend aan het terrein van de fabriek van Carl Thormann, en daar in 1877/1878 een steenoven opgericht onder de naam 'De Machinale Utrechtse Steenbakkerij', voorzien van een door een vier pk stoommachine aangedreven vormmachine. De fabriek lag ongeveer op de plek van de huidige straten Tasveld en Droogveld en het terrein van het automobielbedrijf met benzinepomp aan de andere kant van de Beneluxweg. Op 30 januari 1896 verkocht Gerard Johan Keijzer de fabriek voor ƒ 32.000 aan de burgemeester van Almkerk, Aart van de Koppel (1837-1917), die getrouwd was met Catharina Helena Mijnlieff, een dochter van Arie. Na het afwikkelen van de erfenis van zijn schoonvader werd Aart van de Koppel in 1904 ook eigenaar van 'de Overwaard' en fuseerden de twee steenfabrieken. In 1913 werd de dubbele steenfabriek 'de Overwaard' ondergebracht in de vennootschap onder firma 'Gebr. van de Koppel' met Adriaan en Arie, de zonen van Aart, als vennoten. De firma werd per 1 april 1928 omgezet in de NV tot Exploitatie van Steenfabrieken v/h firma Gebr. v.d. Koppel.

In 1948 werkten 48 mannen op 'de Overwaard'. In de jaren vijftig ging men van olie over op aardgas. In 1956 werden ruim zes miljoen stenen geproduceerd en na verdere mechanisatie en een nieuw persgebouw in 1960 zorgden 22 werknemers voor een productie van zeven miljoen stenen per jaar. Na 1970 ging het snel slechter met de Nederlandse baksteenindustrie en op 17 september 1982 werd de productie bij 'de Overwaard' stopgezet. De fabrieksgebouwen en de schoorsteen werden in 1985 gesloopt om plaats te maken voor woningen.