Een kleine groep Veenendalers wilde zich al langere tijd afscheiden van Rhenen, de stad die het officieel voor het zeggen had in het 'Rhenense Veen'. Een aantal burgers in Veenendaal voelde zich aangetrokken tot de patriotse idealen, onder wie schoolmeester Wulphert van Ginkel. In 1786 konden ze echter weinig uitrichten, omdat er veel oranjegezinde soldaten in Veenendaal waren gelegerd, maar na de Franse overname in 1795 zagen ze hun kans schoon.
De Veenendaalse patriotten wisten de steun van Utrecht te verwerven. Het Rhenens stadsbestuur werd buitenspel gezet en de patriotten in Veenendaal organiseerden verkiezingen over de afscheiding van Rhenen. Omdat alleen maar patriotten mochten stemmen, was het een gelopen race. In het nieuwe bestuur van Veenendaal speelde Van Ginkel een belangrijke rol. Hoewel later de felste patriotten weer uit het bestuur werden gezet, lukte het Rhenen niet meer om deze beslissing terug te draaien. Daarom is Veenendaal vanaf 1795 zelfstandig.