‘t Kempke

Boerendorp werd industriekern

Tijd van televisie en computers

"Dit dorp werd voor het beste en grootste dorp van heel Overijssel gehouden." Dat schreef Andries Schoemaker bij de bekende tekening die zijn vriend Cornelis Pronk van Haaksbergen maakte in 1729. Het beste en grootste dorp? Mooie woorden, maar hoe anders was de werkelijkheid. Hier woonden nog geen 300 jaar geleden enkele honderden meestal zeer grote gezinnen in schuren en in kotten. Soms zelfs in een varkenshok of in kamers in de lijftocht, het huisje dat was bijgebouwd voor opoe en opa.
Schoemaker vond het dorp wel "seer vuyl en morsig". Slechts het huis van de richter en enkele andere konden zijn goedkeuring krijgen. Zoals het statige herenhuis "De Ruijsschenborg" van Jan van der Sluis. Het huis lag, zoals op de tekening van Pronk te zien is, aan de rand van het dorp aan een parkje, Sterrebosch, ongeveer waar nu de Sterrebosstraat loopt. Pronk en Schoemaker troffen er ook de ruïne van het kasteel De Blanckenborgh aan. De Pancratiuskerk ‒ toen eigendom van de protestanten ‒ torende boven alles uit. In het midden van de 18de eeuw stonden er in het dorp en de omliggende buurschappen bijna zeshonderd huizen, waarin 725 gezinnen woonden met 3.600 mensen. Dat bleek uit de eerste volkstelling, in 1748. De meeste dorpelingen leefden van de landbouw. Gelukkig hadden ze nog andere inkomsten uit spinnen en weven. De huisnijverheid van de boerengezinnen bloeide, want er was steeds meer vraag naar linnen en later naar katoen (bombazijn). De in 1740 geboren Jan Jordaan werd de grondlegger van de textielindustrie in Haaksbergen. Hij ging in linnen handelen en begon een handweverij. Hier werd de ontwikkeling ingezet van boerendorp naar industriekern, waardoor het dorp flink zou groeien.

Groei

Anno 2011 telt de gemeente ongeveer 24.500 inwoners. De textielindustrie die het dorp groot maakte, heeft plaatsgemaakt voor een verscheidenheid aan bedrijven, waar werk wordt geboden aan ruim 9.700 mensen. In de agrarische sector verdienen nog 750 mensen hun brood. De industrie is samen met de bouw- en installatiebedrijven de grootste sector. Handel en groothandel komen op een goede tweede plaats. De toeristisch-recreatieve branche neemt steeds meer in betekenis toe. De ruim 100 industriële bedrijven tellen 2.200 medewerkers. Op enkele grotere bedrijven na, zijn het vooral kleine tot middelgrote ondernemingen. Diverse bedrijven exporteren wereldwijd. Naast kleinschalige bedrijfsruimtes en winkel- en kantoorpanden heeft Haaksbergen diverse bedrijventerreinen: Stepelo, Brammelo, 't Varck, De Greune, aan de Rietmolenweg in St. Isidorushoeve.

Sociale woningbouw

In 1951 werd de eerste sociale woningbouw gerealiseerd aan 't Kempke, gevolgd door de huizen aan de Julianastraat en de Spanbeddestraat. Haaksbergen werd als plattelandsgemeente aanvankelijk door Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel kort gehouden met het aantal woningen dat jaarlijks mocht worden gebouwd. Maar toen het beleid werd verruimd, konden er veel nieuwe wijken komen: Zienesch, De Pas, De Els, 't Wolferink en de Hassinkbrink. Een belangrijk aandeel in de woningproductie had woningbouwvereniging Lucht en Licht, opgericht in 1912. Lucht en Licht richtte zich niet alleen op de bouw van betaalbare huurwoningen, maar ook op koopwoningen, appartementen, aanleunwoningen voor zorginstellingen en seniorenappartementen. In 2007 gingen al haar activiteiten en eigendommen op in de woningcorporatie Domijn. Als woongemeente is Haaksbergen erg in trek door het gevarieerde woningaanbod en de mooie omgeving. Maar ook dankzij de centrale ligging dicht bij Enschede en Hengelo, het goede voorzieningenniveau met veel winkels, sportverenigingen en scholen.