De gemeente Borne is ontstaan uit het richterambt Borne. Het richterambt Borne bestond uit het kerkdorp Borne en de buurschappen Zenderen, Hertme en Bornerbroek. Het bestuur werd gevormd door een door de Staten van Overijssel aangestelde Richter, gesecondeerd door een aantal dorpelingen. Het richterambt Borne kende twee marken, Zenderen-Bornerbroek en Hertme. Het bestuur van deze marken was samengesteld uit een holt- of markerichter, bijgestaan door een aantal goedsheren, eigenaren van de gewaarde erven, die van oudsher het recht hadden op een aandeel op de woeste gronden in de marke gelegen. Bovendien was een belangrijke rol in het bestuur weggelegd voor de drost van Twente. Deze sprak recht in criminele-, bezits- en huwelijkszaken en kon drostendiensten opleggen. De drost werd benoemd door de Staten van Overijssel; hij moest een havezate hebben en lid zijn van de Hervormde Kerk. In 1811 werd ons land naar aanleiding van een keizerlijk (Napoleon) decreet verdeeld in departementen, arrondissementen, kantons en marieën. De mairie Borne lag in het arrondissement Almelo. Door de prefect van Almelo werd op 10 april 1811 in Borne het gemeentebestuur geïnstalleerd. Daarmede was de "oprichting" van de gemeente Borne een feit geworden.
Bevolking
Begin 17de eeuw telde het kerkdorp 370 inwoners en het gehele richtersambt 1.120 ingezetenen. Eind 17e eeuw was de populatie gegroeid naar 1.260 en midden 18de eeuw telde Borne zo'n 3.000 zielen. Rond 1800 was de bevolking weer afgenomen naar zo'n 2.000 mensen. Midden 19de eeuw was het aantal ingezetenen weer gegroeid naar 3.400, met de opkomst van de textielindustrie nam het aantal burgers toe naar zo'n 14.000 midden 20ste eeuw. In de tweede helft van de 20ste eeuw groeide het aantal dorpelingen van zo'n 14.000 naar 20.000.
Gemeentelijke herindeling
Vanaf 1966 rommelde het in Twente op het gebied van de gemeentelijke herindelingen. Het begon met plannen om een "Bandstad", bestaande uit Almelo-Hengelo-Enschede, te vormen. Deze ontwikkeling zou Borne niet onberoerd hebben gelaten. Uiteindelijk kwam er weinig van terecht. Ook de latere plannen tot vorming van de dubbelstad Enschede/Hengelo sneuvelden in 1994. In 1996, kwam de provincie opnieuw met voorstellen voor een gemeentelijke herindeling, inclusief de vorming van Twentestad. Twentestad beoogde een samenvoeging van Hengelo, Enschede en (delen van) Borne. De fusiepoging mislukte op het laatste moment omdat er in de Eerste Kamer onvoldoende draagvlak voor was, mede omdat 90% van de bevolking van Hengelo tegen het samengaan was. Dat Borne hoe dan ook serieus rekening moest houden met opheffing van haar zelfstandigheid bleek wel uit de benoeming van een waarnemend burgemeester in 1998 voor de periode tot Borne opgeheven zou worden. Bij de gemeentelijke herindeling van 1 januari 2001 raakte Borne het kerkdorp Bornerbroek kwijt, dat aan de gemeente Almelo werd toegevoegd. Borne zelf bleef niettemin zelfstandig.
Politiek
De KVP en later het CDA had sinds de Tweede Wereldoorlog tot 1990 veelal de absolute meerderheid in de Bornse gemeenteraad, met de PvdA als tweede partij en de VVD als derde. De wethouders werden doorgaans geleverd door de KVP. In de jaren tachtig nam ook de VVD deel aan het college. Na de verkiezingen van 1990 is een eind gekomen aan de suprematie van KVP/CDA door de opkomst van de nieuwe partij Gemeentebelangen '90. Deze partij ontstond als gevolg van een conflict binnen het CDA. Sindsdien is GB'90 de grootste partij, CDA de tweede en PVDA de derde partij. Deze grootste drie partijen delen sindsdien de wethouders.