Het oude, maar niet oudste stadhuis van Schiedam staat midden op de Grote Markt. Schiedam bezat al midden veertiende eeuw een stadhuis. De precieze locatie daarvan is onzeker. De enige aanduiding die we hebben is dat het eerste stadhuis in de buurt van de Cruysstraat stond. Dat wil zeggen, ongeveer op het punt waar de Hoogstraat, Dam en Boterstraat samenkomen. Omstreeks 1537 is een nieuw gebouw opgetrokken, het huidige stadhuis. Uit gerechtelijke stukken van 1547 blijkt dat het stadhuis vrij stond, want ‘een dronkeman had rond het stadhuis gereden’. Dat kan natuurlijk alleen bij een gebouw waar geen panden naast staan. Op de kaart van De Gheyn uit 1598 is het vrijstaande stadhuis goed te zien. Helaas brandde het gebouw in 1604 af, maar het herstel werd voortvarend ter hand genomen en in 1606 was het stadhuis alweer herbouwd. Het uiterlijk van het gebouw is nog een aantal keren veranderd. In 1637 werd het stadhuis van de huidige topgevels voorzien en de opvallende dubbele trap dateert uit 1717-1718. In 1782 werd het gebouw door toenmalig stadsarchitect Rutger van Bol'es gemoderniseerd en aangepast aan de mode van die tijd. Het uiterlijk veranderde toen van laatgotisch naar het huidige model.
Het gebouw is door de eeuwen heen voor verschillende stedelijke zaken gebruikt. Tot 1579 was op de begane grond ook de waag gevestigd, waar goederen werden gewogen. De begane grond deed tot 1727 op vrijdag dienst als lakenhal en de rest van de week als vleeshal. Eind achttiende eeuw dienden de begane grondvertrekken van het stadhuis als onderkomen voor de wacht en waren er het accijnskantoor en de geweerkamer te vinden. De meer decoratieve ruimten boven waren voor de stadsbestuurders. De laatste vergadering van de gemeenteraad werd hier in januari 1973 gehouden. Sinds de ingebruikname van het moderne stadskantoor vergadert de gemeenteraad daar en dient de raadszaal als representatieruimte voor het gemeentebestuur en voorts als trouwzaal.