Gevaarlijk
In de Middeleeuwen was reizen niet zo makkelijk als nu. De meeste (zand)wegen waren blubberig en moeilijk begaanbaar. Het was lang niet altijd veilig onderweg. Soms werden reizigers overvallen door struikrovers. Over zee was het niet veel beter. De schepen raakten tijdens zware stormen snel beschadigd. En piraten loerden op de lading van het schip.
Hanze
Toch wilden de mensen handelen en geld verdienen. Handelaren maakten daarom afspraken om samen te reizen of elkaar te helpen met handel drijven. Zij noemden zich de Duitse Hanze. Ook handelaren en later steden uit Overijssel sloten zich bij de Hanze aan. Ommen was vanaf 1473 lid. De Hanze zorgde er voor dat handelaren veiliger konden reizen en voordeliger handelen.
Potten en zompen
De handel ging vooral per schip over de Vecht. Zo'n schip werd een pot of zomp genoemd. Deze zeilschepen waren geschikt voor rivieren. Het ruim werd volgeladen met spullen om te verkopen. Dat ging bijvoorbeeld om bont, was(kaarsen), laken (stof voor kleding), koper, ijzer, hout, bier of zout.
Goede ligging
Vanuit Overijssel konden de handelaren alle kanten op reizen. Via de IJssel, Vecht en Schipbeek was je met je schip in enkele dagen in Duitsland. De westkant van Overijssel lag vroeger aan de Zuiderzee. Via de Zuiderzee voeren de schepen naar Noord-Europa. En langs de handelswegen kon je over land naar Duitsland, Holland of Utrecht reizen.
'Geen genade! Gooi ze maar overboord!'
Piraten waren een groot gevaar voor de Hanzeschepen. Rond 1400 had de Hanze genoeg van de roverij en besloot terug te vechten. Ook mannen uit Overijssel deden mee. Op de rivier de Westereems in Noord-Duitsland raakte de Hanze met de piraten in gevecht. 200 piraten nam de Hanze gevangen. 80 van deze mannen werden direct over boord gegooid.
Einde van de Hanze
Aan het einde van de 16de eeuw raakte de Hanze in verval. In Nederland trokken de grote steden in Holland, zoals Amsterdam, de meeste handel naar zich toe.