Stoomzuivelfabriek De Vechtstreek

De coöperaties

Tijd van wereldoorlogen

"Ik ben met Catootje naar de botermarkt geweest." Net als in het bekende volksliedje kon je in Ommen ook jarenlang naar de botermarkt. De boter- en eiermarkt in Ommen werd vanaf 1888 op het Kerkplein gehouden. Hier konden boeren uit de omgeving hun landbouwproducten slijten. Na moeizame beginjaren probeerde de gemeente door het plaatsen van vaste banken de markt aantrekkelijker te maken. Dankzij overkapping van de banken in 1906 begon de markt goed te lopen. Door dit succes voelden de Ommer boterhandelaren zich bedreigd in hun privéhandel. Ze beschuldigden hun concurrenten van het gebruik van vieze botervaten, waardoor er bedorven boter op de markt kwam. Toch hield de overdekte botermarkt op het Kerkplein het tot 1946 vol, waarna deze uitweek naar een nieuwgebouwde eierhal.

Boterproductie

In de 19de eeuw waren de boeren op de Sallandse zandgronden zich steeds meer gaan toeleggen op de veeteelt. De schapen op de heide maakten plaats voor koeien, varkens en kippen. De boeren verwerkten hun melk zelf tot boter met behulp van een handkarn of een rosmolen. De kwaliteit van deze boter verschilde nogal per boer. "De kunst van het boterkarnen werd in de kringen van de kleine boeren niet te best verstaan", aldus de Staatscommissie voor de Landbouw in 1912. "Het gevolg was dat vooral gedurende de heetste zomermaanden en de koude wintermaanden menig karnsel geheel of gedeeltelijk mislukte; terwijl de qualiteit der boter verre beneden het middelmatige bleef." De oplossing voor dit probleem lag in productie van boter in aparte fabrieksgebouwen. Dergelijke particuliere boterfabriekjes kwamen rond de eeuwwisseling ook in Ommen en omgeving tot stand, zoals de stoomzuivelfabriek van J.G. Kramer uit 1897 aan de Hammerweg. Toch bleven sommige Ommer boeren tot in de jaren dertig boter op het eigen bedrijf bereiden.

De coöperatieve gedachte

Juist in deze periode begonnen de boeren zich steeds meer te organiseren in eigen coöperaties. De coöperatieve gedachte ging uit van gezamenlijke krachtenbundeling om sterker te staan tegenover de tussenhandel. In 1909 werd in Ommen de Coöperatieve Landbouwers Aan- en Verkoop Vereniging (CLAVV) Ommen en Omstreken opgericht. Eén van de eerste daden van de CLAVV was de oprichting van de Vereniging tot Exploitatie van de Stoomzuivelfabriek De Vechtstreek op 14 april 1910. De fabriek startte met een indrukwekkend aantal van 241 leden, maar zij bezaten gemiddeld niet meer dan twee koeien per bedrijf! De productie vond plaats in de aangekochte stoomzuivelfabriek van Kramer. Zo werd de particulier opgezette fabriek een coöperatieve onderneming. Dat scheelde direct weer een concurrent.

Melkpoeder

Het eerste boekjaar werd bijna 1.500.000 liter melk verwerkt tot 50.000 kg boter. Dat kwam neer op een jaarproductie van 190 pond boter per koe. Het nevenproduct van de boter, de ondermelk en karnemelk, ging terug naar de boeren als varkensvoer. Vanaf 1928 verwerkte men de ondermelk ook tot melkpoeder. Door deze en latere productie-uitbreidingen moest er in 1936 een nieuwe boterfabriek komen. De kleine boeren trokken naar verhouding het meeste profijt van de oprichting van De Vechtstreek. De schattingen van de meeropbrengst voor de boeren op de zandgronden lopen uiteen van gemiddeld 25 tot 50% per liter melk. Dankzij de melkfabriek kon ook een boer met maar een paar koeien zich nog een redelijk inkomen verwerven.

Een rijke historie

Een melkrijder leverde de melkbussen meestal tweemaal per dag bij de fabriek af op platte wagens met een paard, later met een tractor, ervoor. In 1972 kreeg het eerste lid van De Vechtstreek een melktank en nog geen tien jaar later deed de tankauto alle boeren van de coöperatie aan. In 1990 ging De Vechtstreek een samenwerking aan met coöperatie de CONO. Door tegenvallende prestaties werd de fabriek in 1996 verkocht aan de Hyproca Dairy Group BV. Daarmee kwam een einde aan het coöperatieve karakter van De Vechtstreek. De fabriek verwerkt tegenwoordig ongeveer 80.000.000 kg melk. Daar worden nog steeds voornamelijk boter en melkpoeder van gemaakt.