Luxe
Lekker, een koekje bij de thee. Dat was vroeger niet voor iedereen weggelegd. Koek werd gemaakt van fijn gemalen tarwe (tarwebloem) waaraan verschillende kruiden en soms gember werden toegevoegd. Deze kruiden kwamen uit Azië en waren daardoor heel duur. Ook tarwebloem was een luxe product, dat alleen de rijken konden betalen. In Dalfsen en omgeving woonden veel adellijke families en rijke kooplieden. Hierdoor hadden de bakkers in de gemeente genoeg mogelijkheden om hun dure koeken te bakken en te verkopen.
Jaarmarkten en kermissen
Vroeger werden er op veel plekken jaarmarkten en kermissen gehouden. Op de markten stonden vaak speciale koekkramen. Gewone mensen trakteerden zichzelf en hun familie dan op een stukje koek. Zo werd het bezoek aan een jaarmarkt heel bijzonder.
Bakkersfamilie
Op 19 april 1755 trouwde Albert Frijling met Antonette Overweg. Antonette kwam uit een echte bakkersfamilie. Haar vader had een bakkerij in de Prinsenstraat. Na het overlijden van haar vader, zette Antonette samen met haar moeder de bakkerij voort. Waarschijnlijk werd ook Albert bakker. Gerrit (1756-1833), de zoon van Albert en Antonette werd ook bakker. Aan hem hebben we de Dalfser moppen te danken.
Dalfser moppen
Het verhaal gaat dat Gerrit bij het bakken van koeken in 1784 een foutje had gemaakt. De peperkoeken kwamen kleiner en veel harder de oven uit dan de bedoeling was. Maar ze roken goed en smaakten ook nog eens heerlijk. Gerrit nam de koekjes mee naar de jaarmarkt en noemde ze Dalfser moppen. Het duurde niet lang, of alle koekjes waren uitverkocht.
Na-apers
De Dalfser moppen waren zo'n succes dat andere bakkers ze al gauw probeerden na te maken. In Deventer verschenen Deventer moppen. Maar geen van de moppen smaakte zo goed die uit Dalfsen. Om te voorkomen dat nog meer bakkers Gerrit Frijling gingen na-apen kregen de koekjes de naam Opregte Dalfser moppen. Zo wist je zeker dat je de échte koekjes kocht. Ook nu worden er nog Dalfser moppen gebakken. Je hebt ze vast wel eens gegeten.