In het midden van de 17de eeuw verschenen in de Nederlanden de eerste stedenatlassen met plattegronden van steden voor een groot publiek. In de beroemde atlas van Joan Bleau, die in 1649 uitkwam, werd ook de fortresse Blokzijl opgenomen. Op de achterzijde van de losse bladen van de atlas werd een korte beschrijving van de afgebeelde plaats gegeven. In deze eerste editie was de tekst in het Latijn, latere uitgaven hadden een Nederlandse tekst. In 1652 verscheen een ingekleurde editie, gemaakt met dezelfde etsplaten. Bij het bekijken van de kaart moeten we bedenken dat de tekenaar meestal niet zelf ter plekke is geweest, maar zijn informatie putte uit mededelingen of afbeeldingen die door anderen werden aangedragen.
Van schans naar fortresse
De aanval van De Robles op Blokzijl in juli 1572 moet de Staten van Overijssel hebben gealarmeerd. Vanaf 1573 werd de zijl beveiligd met een bescheiden vesting en bezet met soldaten. Maar het was Diederik van Sonoy die 8 jaar later de versterking serieus aanpakte en er een sterke schans van maakte. Door groei en bloei van de turfhandel raakte de schans overbevolkt en moest er aan uitbreiding van de haven worden gedacht. In 1621, nog net in de rust van het Twaalfjarig Bestand, werd deze uitbreiding in opdracht en op kosten van de Raad van State uitgevoerd en voltooid. De eerste bouwkavels voor huizen werden pas enige tijd daarna uitgegeven. Vanaf dit moment werd Blokzijl veelal als fortresse aangeduid.
De nieuwe uitleg
Met de kaart van Blaeu kreeg het publiek Blokzijl voor het eerst in zijn nieuwe gedaante te zien. In het midden van de plattegrond, bovenaan, is de oude schans van Sonoy nog goed te herkennen. De schans is naar de zeezijde uitgebreid met aarden wallen met bolwerken en een gracht. Het geheel wordt beschermd door een nieuwe zeedijk. Met de uitleg was nu ook de Vollenhoofsezijl binnen de fortificaties komen te liggen. De haven kreeg een hartvorm, met een boezem voor elk van beide zijlen. Het eilandje, de Rietvink genaamd, bovenaan de kaart ontstond in het begin van de 17de, eeuw toen een verbinding gemaakt werd tussen het Noorder- en het Zuiderdiep om de vesting rondom te sluiten. Dit eiland viel onder het schoutambt Vollenhove en was bereikbaar via een brug. Op de kaart is verder te zien hoe de oorspronkelijke Zuiderzeedijk aan de rechterkant bij de Vollenhoofse- of Zuiderstraat Blokzijl binnenkomt en via de Brouwerstraat, Zeedijk en Bierkade aan de linkerkant de plaats weer verlaat door de Noorder- of Kuinderstraat. Dit is tegenwoordig nog steeds de route die het doorgaande verkeer aflegt bij het doorkruisen van Blokzijl.
Details op de kaart
Op de kaart zien we twee molens op de wallen, twee scheepswerven buiten de stadsgracht en middenin de schans van Sonoy de toen nog eenschepige kerk. Achter de huizenrij aan het Steenwijkerverlaat is een plas water afgebeeld: de Steenwijkerkolk, waarschijnlijk ontstaan bij een vroegere dijkdoorbraak. Op de kaart in de Robles atlas is deze kolk ook al te zien. Overvloedige aanvoer van water uit het achterland werd noordwaarts om de fortresse heen geleid en stroomde door de Giethoornsezijl in zee. De schepen die vanover zee kwamen aanzeilen bereikten de haven door een uitgediept kanaal, het Scheepsdiep. De haveningang was nog niet voorzien van een keersluis (sas). Om voorbereid te zijn op overstromingen werden veel huizen aan de kades iets boven het maaiveld gebouwd, zodat het woonniveau met enkele traptreden moet worden bereikt.
Verval en herstel
Kort nadat de uitleg gereedkwam begon de economische neergang van Blokzijl. Het inwonertal liep fors terug. De nieuwe fortresse kon daardoor de behoefte aan bouwgrond voor woningen en bedrijven tot na de Tweede Wereldoorlog gemakkelijk opvangen. Vrijwel de hele omwalling verdween in de loop van de geschiedenis. Alleen de wal middenonder op de kaart bleef bestaan doordat die later de functie van zeewering kreeg. Deze voormalige vestingwal werd in 2008 hersteld in zijn oude scherpe vorm met twee bolwerken.