De Havezate Mensinge in Roden is een deftig huis omgeven door een gracht. Het heeft een grote tuin en een koetshuis. Lange tijd wonen er alleen maar rijke families op de havezate. Nu woont er niemand meer in het huis, het is een museum geworden.
Leenman
In de middeleeuwen is de bisschop van Utrecht niet alleen de baas over de kerk, maar ook over een groot deel van het land. Omdat hij in Utrecht woont, heeft hij mensen nodig die hem helpen bij het bestuur van zijn gebied. Dit worden leenmannen genoemd. De leenman 'leent' een stuk land van de bisschop van Utrecht. Hij mag het geleende land gebruiken.
Een versterkte hofstede
Steven Zighers is zo'n leenman. Hij komt wonen op de versterkte hofstede (de havezate). Zighers bezit veel land. In ruil voor pacht (een soort belasting) mogen boeren uit de omgeving op zijn landerijen werken. Omdat er nog geen geld is, betalen de boeren aan de leenman hun belasting 'in natura'. Dit betekent dat zij een deel van hun oogst aan de leenman moeten geven. De leenman moet op zijn beurt deze belasting weer doorgeven aan de bisschop van Utrecht. Hij is immers de echte baas van het gebied.
Voordat deze belasting 'in natura' naar de bisschop gaat, moeten de goederen zoals graan, zaden of fruit worden opgeslagen. Daarvoor is veel ruimte nodig. Er wordt een speciale boerderij gebouwd, de Spijker. Deze boerderij aan de Spijkerzoom heeft een goede kelder, zolder en voorraadschuur waar de producten lang bewaard kunnen worden.
De families Ellents en Kymmell
In de 18e eeuw krijgt Havezate Mensinge regelmatig een nieuwe eigenaar. Het onderhoud van het huis is duur en als de bewoners dit niet meer kunnen betalen, moeten ze het huis verkopen. In 1764 koopt het echtpaar Ellents-Oldenhuis de havezate. Mevrouw Ellents is de rijkste dame van Drenthe. Als ze overlijdt krijgt haar neefje Jan Wilmsonn Kymmell de havezate. De familie Kymmell woont er heel lang. Net als in de tijd van Steven Zighers, mogen boeren in ruil voor het betalen van pacht werken op een stuk land van de familie Kymmell.
Museum
Maar ook voor de familie Kymmell worden de kosten van het onderhoud van de havezate te hoog. In 1985 koopt de gemeente Roden het huis met de grond die erbij hoort. De gemeente laat het huis opknappen en richt de benedenverdieping in als museum.
Als je het museum binnen komt, is het net alsof de familie Kymmell elk moment thuis kan komen van een uitstapje. Alle meubels, tapijten, serviezen en schilderijen van de familie staan er nog. Het eten staat zelfs nog in weckflessen in de voorraadkelder.
Op het terrein van de havezate vind je een oude duiventil en in het aangrenzende Mensingebos staan veel bijzondere planten en bomen.