Het is 11 november 1785. Stadhouder Willem V komt met zijn gezin op bezoek in Meppel. Hij zal logeren bij schulte Kniphorst in de Kruisstraat. In het gezelschap is ook de drost van Drenthe: Sigismund van Heiden Reinestein. Langs de Kruisstraat staan leden van het patriottencorps van Meppel in rijen langs de straat om de prins te verwelkomen. De koets van de prins wordt opgewacht bij de Galgenkampsbrug door een uitzinnige menigte Oranjegezinde schippers en ambachtslieden die - zwaaiend met zagen en bijlen - schreeuwend en zingend de koetsen van het hoge gezelschap begeleiden. Meppel houdt de adem in. Als dat maar goed gaat!
Patriotten tegen Oranjegezinden
Het is al een tijdje onrustig in Meppel. Er zijn relletjes, gevechten en opstootjes. In de stad staan twee groepen tegen over elkaar: de patriotten en de Oranjegezinden. Dat is in het hele land zo. De ruzie gaat over wie de baas moet zijn in het land. Op dat moment is Willem V van Oranje de 'stadhouder' van de Republiek en hij geeft alle belangrijke baantjes aan zijn eigen vrienden, de regenten. De Oranjegezinden willen dat graag zo houden en in Meppel zijn dat vooral schippers en ambachtslieden. De patriotten zijn tegen de stadhouder en willen dat ‘burgers’ invloed krijgen. In Meppel zijn dat vooral de handelaren en kooplieden. Zij willen geen belasting betalen voor de oorlogen van de prins. Oorlogen zijn slecht voor hun handel.
Het is oneerlijk!
Belangrijke Meppeler patriotten zijn Otto Blom (1748-1807), een rijke oliemolenaar en Albertus Meursinge (1755-1840), koopman. Beide waren 'volmachten', zo heten leden van het stadsbestuur. Maar Blom en Meursinge waren ontevreden. Meppel was de grootste stad in Drenthe met 3800 inwoners en toch had Meppel bijna geen invloed in het bestuur van Drenthe en de Republiek. Dat vonden veel – vooral rijke – Meppeler burgers niet eerlijk. De burgerij moest ook wat te zeggen hebben!
Meppel is een echt ‘kezennest’
De Meppeler patriotten organiseren zich op verschillende manieren.
- In 1785 richten ze een ‘exercitiegenootschap’ op, een soort mini-legertje, waar al snel 600 Meppelers lid van zijn. Oliemolenaar Otto Blom krijgt de leiding. Ze oefenen met wapens op het Kerkplein.
- Ook beginnen de patriotten dat jaar een politieke club, een sociëteit, waar ze praten over een nieuwe samenleving. Hun clubhuis was waar nu het Prinsenplein is. Later komt er een sociëteit in de Kruisstraat, waar nu URZO is.
- Daarnaast regelde één van hun leden, de Meppeler drukker Matthijs Lensink, stiekem kranten, pamfletten en spotprenten. Die maakten de patriotten zodat iedereen wist welke ideeën de patriotten hadden. Dat was heel gevaarlijk, want je mening vertellen mocht zomaar niet.
- De Meppeler patriotten kregen zelfs steun van een adellijke regent, Carel de Vos van Steenwijk, de bewoner van de Havixhorst bij De Wijk. Hij had tijdens een reis door de kersverse Verenigde Staten van Amerika ontdekt dat de rechten van de mens en de leer van volkssoevereiniteit de basis kunnen zijn voor een samenleving.
Einde patriottentijd
In 1787 komt aan alle onrust in Nederland plotseling een einde. De Oranjes herpakken de macht met hulp van een buitenlands leger. Het gebouw van de patriottensociëteit in Meppel wordt vernield door Oranjegezinde schippers. Patriotten worden door de regenten afgezet. Ook Otto Blom, Albertus Meursinge en Carel de Vos van Steenwijk verliezen hun functies. Ze mogen niet meer meedoen in het bestuur. De patriottentijd is voorbij.
Revolutie!
Tien jaar later. Het is 7 februari 1795. Franse soldaten rukken op naar Meppel en de oude patriotten grijpen de macht. Dit is hun kans! Ze richten een Comité Revolutionair op en verklaren: ‘het Drentsche Volk wil vrij en onafhankelijk zijn’. In het Comité zitten Otto Blom en Carel de Vos van Steenwijk. Op 11 februari gaan ze naar Assen. Het wordt een ‘fluwelen’ revolutie. De regenten verlaten de Statenzaal en patriotten nemen hun plek in. Eén van hen is Albertus Meursinge. Kort daarna doen ze de Drentse Verklaring van de Rechten van de Mens en Burger. Vanaf nu is iedereen burger en iedereen is gelijk en vrij. En dat is nog steeds zo.
De grondwet is de nieuwe baas
Carel de Vos van Steenwijk gaat naar Den Haag. Daar is hij één van de drie Drenten die namens Meppel in een grote Nationale Vergadering meewerkt aan de eerste grondwet van Nederland. De grondwet is de belangrijkste wet van Nederland, de basis van onze democratische rechtsstaat. In de grondwet staan onze burgerrechten.