Schuivende gletsjers
Heel lang geleden werd het op aarde kouder en kouder. Dit
waren de ijstijden. In Scandinavië vormden zich grote gletsjers
(ijsbergen). De ijslaag schoof steeds verder over het land, tot het
een groot deel van Europa besloeg. Het schuivende ijs nam grond en
stenen mee. Toen het ijs 10.000 jaar geleden begon te smelten,
bleven de stenen liggen. De mensen die zo'n 5000 jaar geleden in
Nederland leefden, gebruikten die stenen om er grafmonumenten van
te maken. De zogenaamde hunebedden.
Reuzen of…?
Heel lang is het een mysterie geweest hoe de mensen in die
tijd, zonder machines, zulke zware stenen konden stapelen. Er werd
zelfs gedacht dat de hunebedden waren gebouwd door reuzen! Sommigen
zeggen dat het woord hunebed daar ook vandaan komt. Een heun is een
ander woord voor reus, een heunebed. Een bed voor een reus.
Tegenwoordig weten we dat het gewoon mensen waren die heel slim de
soms 25.000 kilo wegende stenen over boomstammen
rolden.
Hoe bouw je een hunebed?
Eerst werden stenen rechtop gezet. Daarna werd de ruimte
tussen de stenen gevuld met aarde, tot de hoogte van de stenen.
Daarna werd het graf afgedekt met grote stenen die werden
platgelegd. Het graf werd dan van binnen weer leeggehaald zodat een
ruimte ontstond. Op de vloer werden stenen gelegd en de 'muren'
werden besmeerd met leem. Leem is een soort klei. De dode werd in
deze ruimte gelegd. Daarna werd het hunebed afgesloten.
Het was een hele klus om iemand te begraven! Het ligt voor de hand
dat niet iedereen zo'n speciale begrafenis kreeg. Er werden
waarschijnlijk alleen belangrijke mensen in een hunebed begraven.
Er zijn nooit botten gevonden in een hunebed. Die zijn helemaal
vergaan. Wel zijn er veel potten, stenen bijlen, pijlpunten en
kralen gevonden in de hunebedden. De dode kreeg die mee in het
graf. We noemen dat een grafgift.
De mensen geloofden dat de dode deze goed kon gebruiken in een
leven na de dood. De aardewerken potten hadden de vorm van een
trechter. De Trechterbekercultuur is een verzamelnaam voor de
mensen en gewoonten uit die tijd. Ze worden ook wel hunebedbouwers
genoemd. Zij leefden vooral van akkerbouw en veeteelt. Deze boeren
gebruikten de potten bijvoorbeeld om de oogst of zaden in te
bewaren.
Wat is er over?
In Nederland zijn alleen in Drenthe nog 52 hunebedden te
vinden en 1 in Groningen. Waarschijnlijk zijn er veel meer
hunebedden geweest. Maar die zijn in de loop van de tijd verdwenen.
De stenen zijn bijvoorbeeld gebruikt voor het verzwaren van de
dijken. Een hunebed is tegenwoordig iets dat echt bij Drenthe
hoort.