Je kon het van ver horen: het schorre geluid van de stoomfluit van een trein. Die passeerde in Diemen de overwegen van de Ouddiemerlaan en de Overdiemerweg. Als je dicht bij de overweg stond kon je ook de stampende en sissende geluiden van de zuigers en drijfstangen horen. Ook in Diemerbrug klonk in de loop van de 19de eeuw steeds vaker het geluid van een stoomfluit. Een stoomboot kondigde daarmee zijn komst aan. De brugwachter wist dan dat hij de brug moest opendraaien. Stoomlocomotieven verstoorden de landelijke rust van Diemen voor het eerst in 1874. In dat jaar werd de spoorweg tussen Amsterdam en Hilversum in gebruik genomen. Een echt station kreeg Diemen toen niet maar er kwam wel een halte (waar de trein op verzoek stopte). De spoorlijn liep in die tijd nog helemaal door de weilanden. De bebouwing van Diemen begon pas een kleine kilometer ten zuiden van de overweg van de Ouddiemerlaan, afgezien dan van een aantal boerderijen.
Het eerste treinstation in Diemen werd op 1 augustus 1882 geopend en diende tot 1 oktober 1913 als stopplaats ‘Kerklaan’. Op deze plek aan de Ouddiemerlaan kreeg Diemen pas in 1974 een ‘echt’ station. Vroeger hadden de inwoners van Diemen in feite veel meer aan de Gooise tram, die vanaf 1881 het dorp in westelijke richting met Amsterdam verbond en vanaf 1882 in oostelijke richting met Muiden, Naarden en het Gooi. Deze tramlijn liep over de Hartveldseweg en de Muiderstraatweg, dus dwars door Diemerbrug, zoals dit deel van Diemen toen nog heette.
De Gooise tram werd in de volksmond al gauw de Gooise moordenaar genoemd, vanwege het grote aantal verkeersslachtoffers dat dit stoommonster maakte. Tussen 1882 en 1907 werden eenentwintig ongevallen met dodelijke afloop gemeld.
Ook veel Amsterdammers maakten gebruik van de tram, vooral in het weekend, want de cafés en terrassen rond de Diemerbrug waren bij hen in trek. Veel van hen gingen verder naar het strand bij Muiderberg of de natuur van het Gooi. Bovendien kwamen er ook toen al Amsterdammers in Diemen wonen. De Gooise tram staat op heel wat oude foto’s afgebeeld. Van stoomboten in de Muider- of Weespertrekvaart zijn daarentegen maar weinig foto’s bewaard gebleven. Toch moeten in de 19de eeuw heel wat stoomboten Diemen gepasseerd hebben want de vaarweg langs Diemen vormde tot 1892 de belangrijkste scheepvaartverbinding van de havenstad Amsterdam met het Nederlandse en Duitse achterland.
Men sprak daarom ook wel van de ‘Keulsevaart’. In 1892 werd het Merwedekanaal (nu het Amsterdam-Rijnkanaal) geopend en sindsdien maakten vooral binnenvaartschepen daarvan gebruik, in feite nog altijd langs Diemen, maar ver van de bebouwde kom. Het geluid van hun stoomfluiten of scheepshoorns zal in Diemen veel minder goed te horen zijn geweest.
Jaap Haag
Verder lezen: R. Meyn, Daar reed toen de Gooische. Een historische tramrit van Amsterdam naar het Gooi, Hilversum 1996.