Wilhelminadorp

Woningnood en wederopbouw in de jaren 40 en 50

Het Wilhelminadorp was de tweede grote uitbreiding van Best (na het Batadorp). De plannen voor de wijk waren er al voor de Tweede Wereldoorlog. Maar de kosten waren in de crisisjaren te hoog voor de gemeente en ook tijdens de oorlog bleef het plan in de la liggen. Na de Tweede Wereldoorlog, tijdens de wederopbouw, wordt de grote uitbreidingwijk Wilhelminadorp uit de grond gestampt.

In 1941 werd een ontwerpschets gemaakt voor een nieuw kerkdrop tussen Batadorp en Best. De provincie stelt aan de gemeente Best voor om een nieuw kerkdorp te bouwen op de grond tussen Best en het Batadorp. De provincie streeft hiermee naar een integratie van de boerengemeenschap met het moderne arbeidersleven. Dit voorstel past heel goed in het welvaartsplan voor de provincie Noord-Brabant, waaraan vanaf 1947 gewerkt wordt. Een van de stimuleringsmaatregelen die worden genomen is het bouwen van woningwetwoningen. Zo hoopt men hiermee de enorme woningnood op te lossen én jonge arbeiders los te weken van jonge arbeiders uit hun veelal agrarische milieu. Met dit beleid in de rug kan de gemeente haar plannen uit 1941 voor een nieuw kerkdorp uitvoeren. Begin 1947 krijgt de gemeente toestemming om 74 woningen te bouwen. Op 20 mei krijgt ze toestemming dat het uitgebreid mag worden tot 185 woningen. Daarvan wil het college van B&W er 140 laten bouwen op de Bestsche Heide. Op 10 juni doet B&W het voorstel aan de gemeenteraad om 280 betonwoningen te bouwen. Het lijkt alsof ze een liniaal hebben gelegd tussen het terrein van de Bata en de kom van Best. De hoofdstraten van het Wilhelminadorp lopen evenwijdig aan deze lijn. De straten in de wijk zijn vernoemd naar lede van het koningshuis en naar Nederlandse verzetshelden.