Aan De Bese ten noorden van de Hessenweg is sinds 1965 een station voor Kunstmatig Inseminatie van rundvee gevestigd. Bij de opening was het eigendom van de KI-vereniging Zwollerkerspel en Omstreken. Deze vereniging was één van de vele KI-verenigingen voor rundvee die in de eerste jaren na de oorlog zijn opgericht, meestal met financiële steun uit het Marshallfonds (geld uit Amerika voor de wederopbouw van Europa).
Ziektebestrijding
De introductie van kunstmatige inseminatie was een zeer ingrijpende gebeurtenis, een revolutie in het agrarisch bedrijf. Dat de techniek zo snel geaccepteerd werd, vond zijn oorzaak in de problemen die de boeren hadden met de voortplanting bij de koeien. Die problemen werden veroorzaakt door ziekten die met de dekking werden overgebracht en het afsterven en verwerpen van het ongeboren kalfje tot gevolg hadden. Het feit dat in de voorgaande decennia boeren vaak gezamenlijk een stier hadden en de toenemende mobiliteit na de oorlog bevorderden de verspreiding van de ziekten. Kunstmatige inseminatie deed deze ziekten verdwijnen.
Schaalvergroting
De vereniging "Zwollerkerspel e.o." had leden met Fries-Hollands en zwartbont vee, ook in Dalfsen. Boeren met M.R.IJ . ( Maas-, Rijn-, IJssel-) roodbont vee konden lid worden van de vereniging "De IJsselstreek" in Heino. "Zwollerkerspel e. o." kocht een fraaie boerderij aan de Beukenallee in Zwolle. Deze moest wijken voor de snelweg van Amersfoort naar Meppel. Men vond een nieuwe locatie in Zalné, in Zwollerkerspel. De stenen stonden er al, maar de vergunning werd geweigerd. Het gerucht ging dat de burgemeester van Zwollerkerspel, die in de buurt woonde, bezwaren had. Vervolgens kwam Dalfsen in beeld. Al spoedig na de verhuizing hierheen traden fusies van verenigingen op, eerst met die in Kampen, daarna met de DONO (Dedemsvaart, Ommen, Nieuwleusen en omstreken) en kwam de federatie "West Overijssel" tot stand.
Sluiting
Het KI-station in Dalfsen bleef bestaan en werd uitgebreid. Van de stieren op het station werd sperma opgevangen, verdund en daarmee beter houdbaar gemaakt. Hiermee zwermden dagelijks inseminatoren uit over de omgeving om de door de boeren opgegeven koeien te insemineren. Sommige stieren kregen landelijke bekendheid. Daarvan werd zaad ingevroren bij de Provinciale Gezondheidsdienst voor Dieren in Zwolle. Door invriezen bleef het zaad jaren tot bevruchten in staat. Dat ingevroren zaad werd naar andere plaatsen in Nederland en het buitenland verstuurd. De stieren trokken bezoekers. Fokveedagen en keuringen brachten bij De Bese veel mensen en dieren op de been. De schaalvergroting in de agrarische sector ging door. De federatie "West Overijssel" ging op in een provinciale organisatie. De stieren verdwenen uit Dalfsen. Het KI-station werd verkocht en werd halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw een boerenbedrijf.
Heropening
Als reactie op de schaalvergrotingen en de daarmee gepaard gaande veranderingen in de veehouderij, waaronder het loslaten van de vertrouwde Nederlandse rundveerassen, was in 1979 een nieuwe KI-vereniging ontstaan, de "Nederlandsche Vereniging voor Kunstmatige Inseminatie" in Kampen. Deze kocht in 1994 het nog geheel intact zijnde pand aan De Bese. Er werden weer stieren gehuisvest. In de tussenliggende periode zijn er echter verscherpte Europese regels gekomen. Buiten komen de stieren niet meer. Het opgevangen zaad wordt op het station ingevroren, daar bewaard en vervolgens naar de distributiecentra in binnen- en buitenland verstuurd. De drukte rond het station is afgenomen, maar de werkzaamheden zijn toegenomen. Inseminatoren werken in Drenthe, Overijssel, delen van Gelderland en in Noord-Holland. In het jaar 2009-2010 zijn in Nederland 140.000 doses zaad verkocht; nakomelingen van de stieren worden in alle continenten geboren. Op de loonlijst van de vereniging staan 28 personen. Dalfsen huisvest nog steeds een bloeiende KI-vereniging.