Burgemeester in oorlogstijd
In mei 1940 veroverden de Duitsers Nederland. De regering had alle ambtenaren in een geheime brief gevraagd tijdens een bezetting op hun post te blijven. Dan konden ze de bevolking helpen zo goed mogelijk de oorlog door te komen. Hermanus Verheijen bleef daarom op zijn post. Hij kreeg het moeilijk. Door burgemeester te blijven, kon hij zo goed en kwaad als het ging de Erpenaren helpen. Stiekem waarschuwen, als de Duitse bezetter wat van plan was. Want als hij opstapte, zou een Duitsgezinde, NSB-burgemeester zijn plaats innemen. Maar mensen uit het verzet zouden hem misschien verwijten, dat hij teveel met de bezetter collaboreerde (dat is met de vijand samenwerken).
Meewerken met de bezetter geweigerd
In de zomer van 1944 waren de Geallieerden aan de winnende hand. Het door de Duitsers aangelegde vliegveld in Volkel werd gebombardeerd. In het voorjaar van 1944 had Verheijen nog gehoor gegeven aan de oproep van de Duitsers om Erpse mannen met paard en wagen en schoppen naar Volkel te sturen. Ze moesten helpen met het herstel van de landingsbanen. Begin augustus weigerde hij daaraan mee te werken. De Geallieerden rukten op en zouden snel in Brabant zijn.
Naar kamp Vught
De Duitsers vonden dat Verheijen niet had mogen weigeren. Hij werd opgepakt en kwam op 5 augustus 1944 als gevangene in het Konzentrationslager Herzogenbusch in Vught. Dat is nu nationaal monument Kamp Vught. Daar moest hij touwtjes vlechten. Van Vught werd hij naar het kamp Sachsenhausen bij Berlijn gebracht.
Concentratiekamp Buchenwald
In januari 1945 viel het Russische Rode Leger Duitsland binnen. De gevangenen uit Sachsenhausen moesten naar concentratiekamp Buchenwald. In februari 1945 waren daar meer dan 112.000 gevangenen. Het kamp was overvol en de omstandigheden waren slecht. Dagelijks stierven tientallen gevangenen. Ook de Erpse burgemeester overleed in maart 1945 aan uitputting.
Verdeelde meningen in Erp
Erpenaren waren lange tijd erg verdeeld over de rol van de burgemeester in de oorlog. Erpse verzetsmensen vonden dat hij te meegaand was geweest. Anderen waren trots op Verheijen. Stiekem had Verheijen veel toegestaan, wat de Duitse bezetter verbood. Tegenwoordig beseffen we, dat het niet eenvoudig is burgemeester in oorlogstijd te zijn. Daarom is er in de Erpse wijk De Bolst een straat naar hem genoemd.