De Brabantse schuttersgilden zijn meestal kerkelijke broederschappen met speciale zorg voor het altaar van een bepaalde heilige; daarnaast schieten ze jaarlijks om de koningstitel. Grave heeft echter ook een strikt wereldlijke schutterij, opgericht om de stad en haar inwoners te beschermen. Een eervolle taak voor beter gesitueerde mannen in de stad.
Floris van Egmond, graaf van Buren, sinds 1517 pandheer van Grave, sticht op 1 september 1527 '...ene nye Schutterye van de handbusse tot een taxatie en getal van veertig goede eerlyke gesellen of weeraftige mannen....'. De eerste bloeiperiode van dit gilde is de periode 1527-1729. De Cloveniers opereren dan rechtstreeks onder de ambtman (de hoogste vertegenwoordiger van de heer) als een keurbende naast de burgerwacht. In 1602 eert Prins Maurits het gilde door het een trom en een vaandel te schenken. Het enige 'wapenfeit' van de Cloveniers dateert uit 1613. De gildebroeders gaan dan in opdracht van het stadsbestuur een in Ravenstein gegijzelde schipper en stadgenoot bevrijden. Daarnaast treden de Cloveniers vooral op als erewacht bij het bezoek van hoogwaardigheidsbekleders. Van 1729 tot 1811 leidt het gilde een sluimerend bestaan. De geboorte van de eerste en enige zoon van keizer Napoleon in 1811 is aanleiding om het gilde nieuw leven in te blazen. Maar de opleving is van korte duur. Nieuwe pogingen in 1842 en 1895 stranden al snel en de gildebroeders treden nog slechts sporadisch op, bij ceremoniële gelegenheden.
Als Grave in 1974 het 300-jarig ontzet van een Franse overheersing viert, ontstaat het plan om het Cloveniersgilde de historische optocht te laten opluisteren. Sindsdien bloeit het gilde als nooit tevoren. Op 30 oktober 1993 neemt het een gildekamer met kruisboogschietbaan in gebruik in de monumentale Hampoort. Het ledental was in 1527 op 40 bepaald en dat is nog steeds zo. Verder heeft het gilde een beschermvrouwe, twee marketentsters, vendeliers en tamboers. Het koningschieten vindt plaats op de tweede zaterdag van september. De Cloveniers strijden bovendien ieder jaar met het Sint-Antonius Abtgilde uit Escharen en het Gasselse Sint-Jansgilde om de titel van Gemeentekoning. De twee vroegere schuttersgilden van Velp, het gilde van Sint-Vincentius en het gilde van Sint -Jan, zijn niet meer actief.
Het Cloveniersgilde beschikt over een unieke zilverschat. Er zijn 53 koningsschilden uit de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw bewaard gebleven en er is een koningsvogel uit 1536, hangend aan een keten met 21 Bourgondische vuurslagen. Het koningsschild uit 1529 is het oudste in Brabant. Daarnaast heeft het gilde een gewalterstaf, beslagen met 51 ruitvormige zilveren platen, geschonken door begunstigers van het gilde. De gewalter handhaaft de orde binnen het gilde. Een dergelijke functie is uniek voor Nederland en België.
Kerkelijke schutters
Naast het Cloveniersgilde kent Grave een aantal kerkelijke schuttersgilden. In het midden van de vijftiende eeuw zijn dat de broederschappen van Sint-Barbara (1443), Sint-Catharina (1467), en de dan al oudere gilden van Sint-Elisabeth en Sint-Joris. De laatste twee gaan in 1459 samen. Een broederschap of schutterij van Sint-Jan Baptist is zeker tot 1635 actief. Van de eerste twee broederschappen zijn fraaie koningsschilden en een borstbeeld van Sint-Barbara bewaard gebleven. Het borstbeeld van Sint-Catharina is in 1919 verkocht en bevindt zich in een Belgisch museum. Van de andere schietende broederschappen zijn er alleen archiefstukken.