Het is niet eens zo lang geleden dat Heemstede en
Bennebroek een letterlijk bloeiende bloembollencultuur kenden en in
een adem genoemd werden met andere dorpen uit de
Bollenstreek.
Tot driemaal toe presenteerde Heemstede zich zelfs als
het visitekaartje van de bollenteelt. Dat was in het voorjaar van
1925, 1935 en 1953, toen op een terrein bij Groenendaal
tentoonstelling de Flora plaatsvond. Van heinde en verre kwamen
vakmensen en belangstellenden daar kennisnemen van de nieuwste
soorten bloembollen en genieten van de bollenpracht.
Tuinarchitecten hadden op het terrein aan de Vrijheidsdreef ieder
keer weer voor een ruim opgezet wandelpark gezorgd.
Overal bollenvelden
Al generaties lang werd in vele Heemsteedse families deze
cultuur van vader op zoon overgebracht. Elk voorjaar werd het dorp
opgeluisterd door de kleurrijke bollenvelden die zich langs de
doorgaande wegen uitstrekten. Er waren ook veel firma's gevestigd
die de export van de bollen voor hun rekening namen. De enkele
karakteristieke bollenschuren die nu nog overeind staan, zijn een
herinnering aan die tijd. De bloembollenteelt was een belangrijke
bedrijfstak voor de Heemsteedse bevolking. Als de gemeente
Heemstede in 1913 het landgoed Groenendaal niet had gekocht, zou
het waarschijnlijk eveneens tot bollenvelden zijn versnipperd. Ook
de telers aasden namelijk op dit nog ongerepte gebied.
Schaduwzijde
Toch had deze bloembollenteelt ook een schaduwzijde. Ze
was namelijk bijna geheel afhankelijk van de export. Internationale
politieke ontwikkelingen en de wereldoorlogen bepaalden de
groei en de neergang van deze cultuur en beschikten zo over
het bestaan en het levensonderhoud van talloze gezinnen.
Nieuwbouwwijken
Na de laatste Flora van 1953 was het snel gedaan met de
bloembollenteelt in Heemstede. Heemstede koesterde zijn imago van
forensengemeente. Steeds meer bollenvelden maakten plaats voor
nieuwbouwwijken. De ernstige woningnood na de Tweede Wereldoorlog
vereiste versnelde sociale woningbouw. De bollenschuren raakten in
verval. Heemstede was geen onderdeel meer van de
Bollenstreek.
Slechts het jaarlijkse bloemencorso dat op het einde van de maand
april nog altijd over de Herenweg naar Haarlem trekt herinnert aan
deze eens zo bloeiende bloembollencultuur.
-
Begroeiing
Over de grafheuvel groeit al gauw wat heide, bosjes en ander struikgewas. Op deze nep grafheuvel in Amerongen groeit gewoon gras.
-
Heideplaggen
De grafheuvel is gemaakt van heideplaggen. Bij deze grafheuvel in Apeldoorn kun je de plaggenopbouw nog zien.
-
Grafgiften
Vaak werden in een grafheuvel ook spullen voor de reis naar het hiernamaals begraven: bekers, stenen strijdbijlen, vuurstenen bijlen en vuurstenen messen komen vaak voor. In Maarn is in een grafheuvel een krijger begraven. Hij had een beker en stenen polsbeschermer bij zich en in de heuvel zijn ook kleine stukjes vuursteen gevonden.
-
Overledene
In het graf is niet het lijk aangetroffen, dat was al helemaal vergaan. Wel is een polsbeschermer gevonden. Dat wijst erop dat de overledene een belangrijk man was, waarschijnlijk een jager/vechter. Waarom had een jager een polsbeschermer nodig?
-
Andere overledenen
Dit is een urn met asresten van een overleden persoon. In een bestaande grafheuvel werden honderden jaren later ook vaak andere mensen begraven. Dat hoeven geen familieleden te zijn.
Aan de binnenkant ziet een grafheuvel er zo uit. Deze grafheuvel zou de grafheuvel aan de Maarnse Grindweg kunnen zijn…
Vensterplaat