De grote, door de turfwinning ontstane plassen, werden later voor een deel weer ingepolderd. Daartoe pompten windmolens, die al vanaf de vijftiende eeuw werden gebruikt om de grondwaterstand in de polders te reguleren, het water weg. Hoewel de grootste droogmakerijen in Holland liggen, zijn er ook enkele in Utrecht. Met name de veenplas van Mijdrecht, die in 1794 werd drooggemalen, is daarvan een voorbeeld. Ook in de negentiende eeuw werden in deze omgeving opnieuw plassen drooggemalen. De ondergrond bleek echter minder vruchtbaar dan gehoopt.