Gevluchte Belgische militairen werden op den duur ondergebracht in Kamp Zeist. Burgers, bijvoorbeeld familieleden van geïnterneerde militairen, verbleven bij gezinnen thuis, zoals in Rhenen of werden ondergebracht in speciaal hen gebouwde wijkjes: Albertsdorp en Elisabethsdorp. Een deel van de geïnterneerde militairen vond op den duur werk in de Nederlandse landbouw of industrie.
Op de RK begraafplaats Carolus Borromeus te Soesterberg bevonden zich graven van acht bij een opstand op 3 december 1914 omgekomen geïnterneerde Belgische militairen. De Belgen protesteerden over het slechte eten en de akelige omstandigheden waarin ze werden vastgehouden. Een opstand dreigde en Nederlandse soldaten schoten gericht op de opstandelingen. Later werden de acht doden in Harderwijk herbegraven.