De patriotten hadden veel aanhang onder de katholieken. In Wijk bij Duurstede, waar bijna de helft van de bevolking katholiek was, ontstond een actieve patriottenbeweging. In het nabijgelegen Rhenen, dat overwegend gereformeerd was, kregen de revolutionairen geen voet aan de grond.
De provincie Holland was in handen gekomen van de patriotten, die hun broeders in Utrecht te hulp schoten. Zo ontstond een frontlijn dwars door de provincie. In Utrecht, Montfoort, Maarssen, Wijk bij Duurstede waren de patriotten aan de macht. In Amersfoort, Rhenen en het oostelijk deel van de provincie bleef de stadhouder de baas.
Een van de felste patriotten in Wijk was de ijzer- en steenkolenhandelaar Christiaan Haentjens. Hij kwam in het patriotse stadsbestuur terecht en dat legde hem ook economisch geen windeieren. Een geheime ontmoeting met een oranjegezinde edelman laadde de verdenking van verraad op de koopman. Tot overmaat van ramp gingen ook zijn zaken steeds slechter.
Wijk werd het mikpunt van spot toen de stad zich, na van te voren veel heldhaftige taal te hebben uitgeslagen, na een 'veldslag van luttele seconden' overgaf aan de prins. Haentjes was een van de patriotten die moesten vluchten, al deed hij dat niet vanwege zijn politieke standpunten, maar omdat zijn schuldeisers zich meester van hem dreigden te maken.