Het gezin Molema had een kruidenierswinkel aan de Achthovenerweg in Leiderdorp, tegenover de steenfabriek van Koning. Koos werkte in het transport van klei, dat in de Achthovenerpolder gestoken werd. Boten vervoerden deze klei over de Oude Rijn naar steenfabrieken in de omgeving. Om te voorkomen dat de Duitsers hem zouden oppakken voor tewerkstelling in Duitsland, stopte Molema aan het begin van de Tweede Wereldoorlog met dat werk.
Met hulp van zijn zwager Arie Rooda leerde hij het maken van aardewerk door middel van een draaischijf. Eerst in het pakhuis van zijn ouders, later in een schuur nabij zijn woonhuis in Achthoven. Hij richtte er een werkplaats in en bouwde een stenen oven. Vanaf 1942 was hij in dienst bij verschillende bekende pottenbakkers, zoals Sibbes, Groothoff, Zaalberg en Delfos. Tot 1978, toen hij geheel zelfstandig ging werken.
Eenmaal werkzaam als zelfstandig pottenbakker verdiepte hij zich in de geschiedenis van aardewerkproducten en ging hij op zoek naar vormen uit andere culturen, met name Japans aardewerk. Ook ging hij zich toeleggen op het maken van glazuren.
Zijn aardewerk is zeer divers: vazen, sierborden, schalen, kandelaars, kruiken, serviezen en kop en schotels. Een voorbeeld van zijn werk is het avondmaalstel van de Dorpskerk in Leiderdorp. Ook maakte hij met de hand gevormde aardewerkproducten, zoals in 1979 de gevelsteen ter gelegenheid van de renovatie van het Van Leeuwenpark. Dit deed hij in opdracht van de gemeente.
Molema verkocht zijn werk op braderieën en exposities en vanuit zijn woning aan de Hubrechtstraat, waar hij tot zijn dood met zijn vrouw Jo Rietveld en hun vijf kinderen woonde en werkte. Daarnaast gaf hij demonstraties met de draaischijf op diverse culturele evenementen. Hij overleed op 7 november 1996.