Huttenkloas geradbraakt

Rechtspraak in Oldenzaal

Tijd van pruiken en revoluties

In mei 1775 vond er te Bentelo vlakbij Goor een dubbele moord plaats. Algauw werden Klaas Annink, zijn vrouw Aarne en zijn zoon Jannes beschuldigd van het plegen van deze moorden. Klaas, Aarne en Jannes woonden in een armzalig hutje te Bentelo, vandaar dat Klaas de bijnaam Huttenkloas had. Het trio vermoordde twee mannen, de crimineel Pompen Hendrik en de kousenverkoper Willem Stint. Klaas, Aarne en Jannes werden opgepakt en gevangen gezet in de gevangenis van Oldenzaal. Alle misdadigers uit Twente werden in Oldenzaal veroordeeld.

De bekentenis

Ook bezat Oldenzaal een martelkamer, waar de beruchte dwangstoel stond. Deze stoel werd gebruikt als de gevangenen niet wilden bekennen. Zij werden dan op deze stoel, voorzien van kettingen en spijkers, gedwongen een bekentenis af te geven. Het verhaal gaat dat Klaas Annink ook op deze stoel gezeten heeft, voordat hij bekende de moorden gepleegd te hebben.

Radbraken

Klaas, Aarne en Jannes werden in september 1775 in Oldenzaal op een vreselijke, wrede manier ter dood veroordeeld. Klaas en Jannes werden op middeleeuwse wijze geradbraakt en Aarne werd gewurgd aan de wurgpaal. De executies, de voltrekking van de doodstraf, vonden in die tijd plaats op het galgenveld van Oldenzaal, buiten de stadspoort ten westen van de stad. De Opregte Haarlemsche Courant uit 1775 beschrijft de executie te Oldenzaal. Het was dus nationaal nieuws. De executie van een heel gezin was spectaculair.

Rechtspraak zonder advocaat

In 1775 was de rechtspraak iets anders dan tegenwoordig. Huttenkloas werd ter dood veroordeeld door de drost van Twente. Hij was de vertegenwoordiger van de stadhouder en kon de doodstraf uitspreken. Een verdediging kreeg hij niet. Hij werd onder bedreiging van marteling ondervraagd en alleen maar beschuldigd. Executies werden in het openbaar uitgevoerd en vaak onder grote publiekelijke belangstelling.

Afschrikwekkend voorbeeld

In het vonnis werd exact weergegeven hoe de doodstraf voltrokken zou worden. De misdadigers werden van onderop geradbraakt. Zij werden op een rad of wiel gebonden, waarna de beul de ledematen stuk sloeg, beginnende bij de benen totdat bijna alle botten waren gebroken en de slachtoffers langzaam dood gingen. Nadat de executie was uitgevoerd werden de dode lichamen tentoongesteld op het galgenveld. Bij het radbraken werd het lichaam op het rad gebonden en met het moordwapen, in dit geval de bijl, op een staak gezet. De executies golden dan ook als afschrikwekkend voorbeeld. Iedereen die de stad binnenkwam moest langs het galgenveld en zag de lijken van de misdadigers.