In het centrum van Bathmen staat de beeldbepalende dorpskerk. Er
zijn aanwijzingen, waaruit valt af te leiden dat er in de eerste
helft van de 13de eeuw "op eenen hoogen roggecamp" al aan een kerk
werd gebouwd. Deze was door de bisschop van Utrecht geschonken aan
de Grote of Lebuïnuskerk te Deventer. De kerk in Bathmen was
hiervan een dochterkerk. De kerk werd gewijd aan Maria. De
afbeelding van Maria met het kindje Jezus in het wapen van de
voormalige gemeente Bathmen staat hiermee in relatie.
De heer van Huize Dorth en de abdis van klooster Ter Hunnepe waren
van grote betekenis voor de Bathmense dorpskerk. Ze bezaten het
recht om de pastoor en later de dominee voor benoeming voor te
dragen. Tegenover dit recht bestond de plicht om aanzienlijke
bijdragen te leveren aan de instandhouding van de kerk.
Tijdens de Reformatie kwam de kerk in protestantse handen. De
kerkelijke gemeente behoort sinds 2007 tot de Protestantse Kerk in
Nederland.
Verschillende bouwstijlen
Men neemt aan dat het vijfzijdige koor en de toren in hun huidige vorm in de 15de eeuw werden gebouwd. Het oorspronkelijke schip was wat lager, maar ook iets smaller dan het koorgedeelte. Dit middengedeelte van de kerk werd in 1870 verwijderd en vervangen door het huidige driebeukige schip. Tijdens de restauratie van 1975-1976 zijn de bijruimtes aan weerszijden van de toren verwijderd en volgens hedendaagse contouren compleet vernieuwd. De toren met het bijzondere zadeldak is sinds de napoleontische tijd eigendom van de burgerlijke gemeente.
Muurschilderingen
Bij de restauratie in 1870 ontdekte men bij toeval
muurschilderingen in het koor. Ze zaten onder een laag witkalk.
Deze muurschilderingen zijn vermoedelijk uit de tweede helft van de
15de eeuw. Na de Reformatie heeft men hier een kalklaag op
aangebracht.
Op de rechterkoormuur vinden wij de voorstelling van de legende van
de 10.000 martelaren, die als bekeerlingen rond het jaar 135
stierven onder leiding van de christelijke legeraanvoerder
Achatius. Deze beschildering is 7 m hoog en 3,5 m breed. Schuin
onder deze grote afbeelding vinden wij een fragment van de heiligen
Catharina en Geertrud. Bovendien treffen we in het koor
borstbeelden van de profeten en afbeeldingen van de apostelen
aan.
Carillon en orgel
In 1629 werd de eerste klok in de toren gehangen. In 1943 stalen
de Duitsers de klokken uit de toren om ze als grondstof voor
oorlogstuig te laten dienen. De huidige klokken, een fis-klok van
810 kilo en een gis-klok van 570 kilo, zijn gegoten door de fa.
Eijsbouts te Asten. Op kerstavond 1955 zijn ze in gebruik genomen.
In 2008 is in de toren een bescheiden carillon geplaatst, eveneens
vervaardigt door de Fa. Eijsbouts.
Het orgel dateert uit 1876 en is gebouwd door H.G. Holtgräve uit
Deventer. Het is een prachtig instrument, met 2 klavieren, een
aangehangen pedaal en 17 registers. Evenals het monumentale orgel
werd in 1939 de 18-eeuwse kansel verplaatst.
In 1940 werd door de familie Borgerink Fenema van huize "De Poll"
een gebrandschilderd raam geschonken. Dit fraaie raam werd
vervaardigd door kunstenaar Johan Dijkstra. Onder het
gebrandschilderde raam is tegenwoordig een eenvoudige
gedachtenishoek ingericht.