Op de Leidsevaart tussen Haarlem en Leiden werd op 1 maart 1888 de allereerste internationale langebaanwedstrijd voor amateurschaatsers verreden, georganiseerd door de IJsclub Haarlem en omstreken. De rijders legden de bijna 30 kilometer lange tocht solo af en vertrokken om de vijf minuten. Winnaar werd de 21-jarige Haarlemmer Klaas Pander in een tijd van 1 uur 6 minuten. De tweede plaats was op ruim 3 minuten achterstand voor de twee jaar jongere Pim Mulier.
De uitslag was geen grote verrassing. De sportvrienden Pander en Mulier waren allebei grote talenten en pioniers van de georganiseerde wedstrijdsport in Nederland. Klaas Pander werd rond 1890 - er bestond nog geen officieel wereldkampioenschap - algemeen beschouwd al sterkste schaatser ter wereld. Mulier was een uitzonderlijk multitalent. In 1879 richtte hij, 14 jaar oud, de eerste Nederlandse voetbalvereniging op, de Haarlemse Football Club, later de Koninklijke HFC. Na een verblijf in Engeland introduceerde hij een hele reeks ander sporten in Nederland waaronder tennis, handbal, hockey en rugby. Dankzij zijn veelzijdigheid en tomeloze energie lag de bakermat van veel nieuwe clubs en sportevenementen in en rond Haarlem. De Haarlemse honkbalweken, sinds 1961 een vaste traditie, zijn er de verre echo van. In december 1890 schaatste Mulier op eigen houtje langs de elf Friese steden. Over zijn tocht van bijna 13 uur schreef hij een verslag met de beroemde slotzin 'Zelden heb ik zoo'n prettigen dag gehad.' Door zijn inspanningen werd in 1909 door de Friese IJsbond de eerste officiële Elfstedenwedstrijd georganiseerd.
Klaas Pander was als schaatsheld vermoedelijk al lang vergeten als hij niet de ontdekker was geweest van de zes jaar jongere Jaap Eden, die hij onder zijn hoede nam. Een Haarlemse krant schreef in 1895: 'Er is een groot man opgestaan in Haarlem. Dat is Klaas Pander. Er is een nog groter man opgestaan in Haarlem. En dat is Jaap Eden'. Eden, in 1873 geboren in Groningen, groeide op bij zijn grootmoeder die in Santpoort Hotel Velserend dreef . In de Kennemerduinen deed hij aan allerlei vormen van conditietraining. Op de schaats overvleugelde Eden al snel zijn leermeester. In januari 1891 reed hij als 17-jarige zijn eerste internationale wedstrijd. Een jaar later behaalde hij zijn eerste wereldtitel. Een tweede en derde titel volgden in 1895 en 1896. Legendarisch werd het wereldrecord dat hij in 1893 op de 5 km reed in het Noorse Hamar. Hij verbeterde daar het oude record met bijna 30 seconden tot 8.37.6. Het was zo'n onwaarschijnlijk snelle tijd dat wel werd gedacht dat de tijdwaarnemers zich hadden vergist, of dat hij een ronde te weinig had gereden. Het record hield twintig jaar stand.
Op de racefiets maakte Eden al even snel furore als op de schaats. Omdat hij schaatsen en wielrennen voor een sportsman een ideale combinatie vond werd hij lid van de Haarlemse wielervereniging De Kettinggangers. Op de fiets schreef hij opnieuw twee wereldtitels op zijn naam, in 1894 op de 10 km en in 1895 op de sprint. Het jaar daarop debuteerde hij als beroepsrenner waardoor hij niet meer met het amateurschaatsen mocht meedoen..
Door zijn triomfen werd Jaap Eden de meest gevierde sportman van zijn tijd. Zijn grote populariteit dankte hij aan het feit dat hij in twee verschillende takken van sport in korte tijd vijf keer wereldkampioen was geworden, maar ook aan zijn zwier en uitbundige levensstijl. Met wielrennen verdiende hij geld als water. Maar uiteindelijk stierf hij berooid in Haarlem waar hij ook werd begraven, pas 51 jaar oud. De familie moest zijn bekers en andere aandenkens uit zijn prijzenkast verkopen om zijn uitvaart te kunnen betalen.
Bijna 95 jaar na Jaap Eden zette een groot schaatstalent uit Kennemerland opnieuw legendarische tijden neer. Tijdens de Olympische Winterspelen van 1988 in het Canadese Calgary schaatste Yvonne van Gennip (Haarlem, 1964) zich naar de top met drie gouden medailles. Zij werd de Koningin van de Winterspelen 1988, een erenaam die terugkeerde in de titel van haar biografie, 'Winterkoninkje'.