Binnen de huidige grenzen van de gemeente Waalwijk zijn heel wat sporthelden geboren. Van de Brabantse Locomotief tot The Lord of the Rings.
Kolven. Dat moet wel de eerste sport zijn geweest die in
Waalwijk werd beoefend. Want al in 1737 is er een kolfbaan in wat
nu de Sint Antoniusstraat is, waar kolvers punten proberen te halen
door een bal met een slaghout of kliek tegen een paal te
slaan. Veel lokale kolvers zullen er niet zijn geweest, want tot
het einde van de negentiende eeuw is sport slechts weggelegd voor
de elite. Het overgrote deel van de samenleving kan zich deze
'frivoliteit' niet permitteren. Er moet gewerkt worden, lange
dagen, zes dagen per week. Pas als de welvaart toeneemt en mensen
vrije tijd krijgen, rond 1900, komt sport in beeld. Waalwijk heeft
dan onder meer kegelclubs als Unitas, De Poedelclub en Hannibal en
hand- en kruisboogschutterijen. Daarvan bestaan er twee nu nog:
Eendragt Maakt Macht (Baardwijk) en Hercules (Waspik). Tussen 1900
en 1940 neemt het aantal sportverenigingen explosief toe; het zijn
vooral de voetbalclubs die het snelst groeien. De primeur van
eerste voetbalclub in Waalwijk heeft Prins Hendrik, die start in
februari 1902, met precies elf leden. Andere illustere clubnamen
uit die tijd zijn Wilhelmina, Vlugheid Wint, Juliana, N.E.O.,
Hercules, Excelsior en Leonidas.
De onstuitbare verbreding van de sport moet wel tot uitschieters
leiden. De eerste grote lokale sportkampioen dient zich rond 1930
aan. Slagersknecht Frans Slaats (1912-1993) blijkt een rastalent
als wielrenner. In september 1937 wordt hij in het Italiaanse
Milaan houder van het prestigieuze werelduurrecord. Hij brengt het
op 45,558 kilometer per uur. Slaats blijft echter niet lang de
snelste wielrenner ter wereld. Nog hetzelfde jaar verbetert Maurice
Archambaud het record. 'De Brabantse Locomotief' wint in
zijn imposante loopbaan alleen al meer dan driehonderd
koppelwedstrijden.
Het duurt daarna enkele decennia voordat een nieuwe grote kampioen
in Waalwijk gehuldigd mag worden: biljarter Rini van Bracht (1947).
Hij treedt al jong in de voetsporen van de talentvolle Waalwijkse
broers Kees (1925-1983) en Hennie (1929) de Ruijter. Kees is
landelijk bekend als 'biljartwonder'. Net als de broertjes De
Ruijter begint Van Bracht als kind al te biljarten, ook hij in de
horecazaak van zijn ouders. "Ik was te klein om goed bij het
biljart te kunnen, dus zette ik overal kratjes rond de tafel. Als
ik daar op ging staan, kon ik toch overal bij."
Van Bracht kan met recht de grootste Waalwijkse sporter aller
tijden worden genoemd. Allereerst vanwege zijn indrukwekkende
erelijst: twee keer wereldkampioen, twee keer Europees kampioen en
acht keer Nederlands kampioen in het driebanden. Deze palmares
krijgt extra glans omdat de Waalwijker bij een ernstig auto-ongeluk
in 1977 het zicht in één oog nagenoeg helemaal kwijt raakt. De
chirurg vertelt Rini van Bracht dat hij nooit meer op topniveau kan
biljarten. Maar de Waalwijker logenstraft die verwachting. Hij
behaalt zijn grootste successen - die voor een Nederlandse
biljarter met twee 'goede' ogen al uniek mogen heten - pas na zijn
ongeluk.
Een fenomeen is ook Waalwijker Yuri van Gelder (1983), die al op 5-jarige leeftijd met turnen begint. Directeur Jan Feenstra van basisschool Hugo/De Hoef - waar een Yuri van Gelder-plein is - ziet al vroeg een uitzonderlijk talent in Yuri. "Soms kwam hij op zijn handen lopend naar school. Een kleine doorzetter was hij toen al." Ringenspecialist Van Gelder wordt een internationale grootheid. Als kroon op zijn noeste arbeid, naast nationale en Europese medailles, behaalt de Lord of the Rings in 2005 de wereldtitel. In datzelfde jaar wordt hij verkozen tot Sportman van het Jaar in Nederland. Een gouden toekomst gloort. Totdat in 2009 aan het licht komt dat Van Gelder al jarenlang cocaïne gebruikt. De topturner valt van zijn voetstuk. Na een schorsing keert hij in 2010 weer officieel terug in zijn sport, op zoek naar eerherstel.
Tussen deze drie wereldtoppers en de ontelbare Sprang-Capelse, Waspikse en Waalwijkse vrijetijdssporters van de afgelopen honderd jaar, bestaat nog een categorie: topamateurs en profs. Zo zijn in de jaren vijftig van de vorige eeuw Adriaan en Piet Versteeg uit Sprang-Capelle zeer verdienstelijke langebaanschaatsers. En sindsdien hebben onder anderen schaatser Arnold Stam (Sprang-Capelle), volleyballer Cor de Hond (Waspik) en de voetballers Tom Smits en Jan den Rooijen (beiden uit Waspik) en Ramon van Haaren, Jos van Nieuwstadt en Frank van Mosselveld uit Waalwijk hun geboorteplaats de nodige faam bezorgd. Enkele van die spelers hebben ook bij RKC Waalwijk gevoetbald. Die club heeft de stad vertegenwoordigd op het hoogste landelijke niveau, net als handbalvereniging Tachos en biljartvereniging Crystal Kelly. Maar zonder twijfel is RKC de bekendste 'ambassadeur' van Waalwijk. De Rooms Katholieke Combinatie is, zoals de naam al aangeeft, een fusieclub. Opgericht op 26 augustus 1940 door een krachtenbundeling van HEC (Hercules Excelsior Combinatie), WVB (Waalwijksche Voetbalvereeniging Besoijen) en WVH (Waalwijksche Voetbalclub Hercules). RKC speelt tot 1984 in de rangen van de amateurs, van 1984 tot 1988 in de eerste divisie, in 1988-2007 in de Eredivisie, waarna degradatie volgt, vervolgens promotie (2009) en weer degradatie (2010). In al die jaren spreekt de club zeer tot de verbeelding, ook al reikt RKC nooit verder dan een zevende plaats in de eindrangschikking van de Eredivisie (seizoen 2000-2001).
Anno 2010 telt de gemeente Waalwijk 117 officiële sportclubs, want sport is een van de belangrijkste bijzaken in het leven geworden. En uit elk van die clubs kan zomaar de nieuwe Yuri van Gelder, Rini van Bracht, Frans Slaats of een toekomstige speler van het Nederlands voetbalelftal opstaan.
Bijdrage: Johan van Grinsven
|