In de middeleeuwen berustte het geestelijk en wereldlijk gezag
over Haaksbergen bij de bisschop van Utrecht. Het dorp en de marken
behoorden bij het Oversticht, de tegenwoordige provincies
Overijssel, Drente, Groningen en delen van Friesland. Overijssel
was verdeeld in drie schout- of drostambten: Twente, Salland en
Vollenhove. In 1484 werd Haaksbergen een afzonderlijk drostambt,
net als Diepenheim. Tot ambtman (schout of drost) van
"Blanckenborch ende Haexbergen" werd door de bisschop benoemd Johan
Sticke van Weldam. Overigens had Haaksbergen in 1329 al zijn eerste
richter.
In 1547 werd Johan van Reede drost van Haaksbergen. Hij had die
functie al in Diepenheim en zo ontstond een gezamenlijk drostambt.
Vanaf omstreeks 1630 werden de drosten benoemd door de Staten van
Overijssel. Toen werd ook bepaald dat overheidsfunctionarissen als
drost en richter van de gereformeerde religie moesten zijn.
Bevoegdheden
De drost had zowel rechterlijke als bestuurlijke taken, zoals uitvoering van wetten, handhaving van orde, veiligheid en de inning van belastingen werd ook zijn taak. Voorts had hij de leiding bij de verkiezing van het bestuur in plaatsen met stadsrechten: Oldenzaal, Rijssen, Goor, Ootmarsum, Enschede, Delden, Almelo en Diepenheim. De centrale machtspositie van de drost moest wel intriges en misstanden in de hand werken. Corruptie en machtsmisbruik waren dan ook aan de orde van de dag. Klachten bleven altijd zonder resultaat. Zo ging het ook met een verzoek van de boeren uit Haaksbergen aan de Staten. Zij vroegen ontheffing van enkele diensten die de drost van hen eiste. Een onderzoekscommissie die daarvoor in 1759 werd ingesteld, heeft er 15 jaar over gepraat. Daarna bleef alles bij het oude. Boetes opleggen was ook een lucratieve bezigheid. Daarvan ging eenderde deel naar de gewestelijke overheid, de rest kwam in de zakken van de drost. Later mochten ze die zelfs helemaal in eigen zak steken, al moesten ze dan wel zelf de kosten van strafvervolgingen betalen.
Richterambt Haaksbergen
De drostambten werden opgedeeld in richterambten, waarvan de grenzen meestal overeen kwamen met de aloude parochiegrenzen. Het drostambt Haaksbergen/Diepenheim bestond uit twee richterambten waarin richters werden benoemd. Die waren belast met een deel van de taken van de drost. In criminele zaken werd onderscheid gemaakt tussen hoge en lage jurisdictie (rechtsmacht). De hoge rechtspraak voor berechting van zware misdrijven berustte bij de drost. Met de lage rechtspraak was de richter belast. Hij behandelde geschillen tussen personen en lichte strafzaken die met een boete konden worden afgedaan, zoals diefstallen, vechtpartijen, beledigingen. Ook vervulde de richter namens de drost taken als verdachten verhoren in strafzaken, opsporen van delicten en gevangenzetten van deugnieten. Verder deed hij lijkschouwingen. Het Haaksbergse gericht bestond uit de richter, of bij diens afwezigheid zijn plaatsvervanger, de verwalter-richter. Hij werd bijgestaan door twee keurnoten (bijzitters) en een gerichtsschrijver (secretaris). Tot de competentie van de richter behoorden ook al die zaken die tegenwoordig door een notaris of deurwaarder worden gedaan: schuldinvorderingen, beslagleggingen, geschillen over eigendommen, registratie van contracten, hypotheken, eigendomsoverdrachten, machtigingen, voogdstellingen, boedelscheidingen, veilingen, aanmaningen en dagvaardingen. Soms was er een spoedeisende zaak, bijvoorbeeld over een testament.
Rechtspraak
De straffen voor zware misdrijven als moord, doodslag,
verkrachting, toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, roof en
brandstichting waren niet mals. Lijfstraffen werden in de 18de eeuw
veelvuldig toegepast en konden schrikbarend wreed zijn, om niet te
zeggen barbaars. Geselen en brandmerken behoorden dan nog tot de
lichtere straffen in vergelijking met verminkingen zoals het
uitsteken van ogen, afsnijden van oren of tong, afhakken van
handen. En wat te denken van blakeren, worgen, ophangen,
vierendelen of radbraken? De executies waren openbaar, als
afschrikwekkend voorbeeld.
Uit de archieven zijn de namen van 31 richters van Haaksbergen
bekend. Godefridus de Graes was in het jaar 1329 de eerste. Als
laatste richter trad in 1795 Willem Waanders aan. Hij werd in 1811
de eerste maire, daarna ging hij schout heten en in 1825
werd hij de eerste burgemeester.