Haaksbergen kent een rijke textieltraditie. Grondlegger van deze
industrie was linnenhandelaar Jan Jordaan, zoon van een Duitse
huursoldaat die zich hier in de 18e eeuw vestigde. Jan's jongste
zoon Derk bouwde de activiteiten van zijn vader uit tot de
textielfabriek Fa. D. Jordaan & Zonen. Deze zou halverwege de
20ste eeuw uitgroeien tot de veruit grootste werkgever in het dorp.
Helaas viel begin jaren zeventig voor bijna alle textielbedrijven
in Twente het doek, ook in Haaksbergen.
Textielfabriek Fa. D. Jordaan & Zonen vond zijn oorsprong in
1772. In dat jaar kocht Jan Jordaan "Het Witte Paard", een pand aan
de Markt, waar nu de raadzaal staat. Jan was de zoon van Jost
Henrich, een Duitse huursoldaat die naar Haaksbergen was gekomen
door zijn huwelijk met de dochter van een handelaar in linnen. Jan
zette die handel voort en begon in de schuur achter zijn huis met
dagloners een handweverij. Daaruit kwam in 1781 de textielfabriek
voort die onder zijn zoon Derk zou worden uitgebouwd tot de Fa. D.
Jordaan & Zonen.
Op stoom
In 1859 brak voor de textiel van Jordaan een nieuw tijdperk aan door de aanschaf van een stoommachine. Op de plaats waar nu de voormalige basisschool Dorp staat, kwam een stoomweverij die met 64 mechanische weefgetouwen werk bood aan 49 personen. In 1876 telde de fabriek 150 mechanische weefgetouwen met 138 werknemers. Zij waren goed voor een jaarproductie van 33.900 m linnen en 56.500 m katoendoek. Ruim 20 jaar later brandde de weverij tot op de grond af. In 7 maanden tijd is toen bij het station een volledig nieuw bedrijf gebouwd, waar ruimte was om alle bedrijfsactiviteiten samen te brengen. Hier kon de productie van damast tafelgoed worden uitgebreid en de collectie huishoudgoed gemoderniseerd. Later kwam hier nog de voeringstof bij. De fabriek bleef maar groeien. In 1932 kwam de confectieafdeling erbij, waar lakens en slopen werden gemaakt en geborduurd. Ook tafelgoed en doeken werden hier gezoomd. Door innovatie werd het assortiment verder uitgebreid met voering- en japonstoffen.
Stakers gefusilleerd
De Tweede Wereldoorlog was een inktzwarte bladzijde in de geschiedenis van de textielfabriek. Begin mei 1943 waren er stakingen tegen de tewerkstelling in Duitsland, ook bij Jordaan. De Duitsers namen daarop 24 werknemers van de firma mee naar Enschede. Na verhoor mochten er 15 naar huis, de overgebleven 9 gingen op transport richting Hengelo. Voorbij Enschede moesten ze uitstappen bij De Broeierd (ter hoogte van nu het stadion van FC Twente). Het was al donker. Zeven van hen werden zogenaamd "op de vlucht" doodgeschoten: J. Asbroek, W. Barends, B. Bos, J. Geuvers, G. Holterman, J. Oltwater en W. van Sark. Twee wisten te ontsnappen: H. Goering dook direct onder, A. Wijlens werd de volgende dag weer opgepakt en gefusilleerd. Bij De Broeierd herinnert een kruis aan deze moordpartij. In de muur van de Haaksbergse bibliotheek (waar de fabriek stond) is een gedenksteen met de namen van alle 13 werknemers van Jordaan die in de oorlog om het leven zijn gebracht.
Concentratie en concurrentie
Na de oorlog werden diverse confectieateliers buiten Haaksbergen geopend: in Groenlo, Ammeloe (Duitsland) en Bentelo. Bij de viering van het 175-jarig bestaan (in 1956) kreeg Jordaan het predicaat Koninklijk. Er werkten toen meer dan 1.000 arbeiders. De volledige naam werd nu: Koninklijke Textielfabrieken D. Jordaan & Zonen NV. In 1960 kwam het tot een fusie met Ter Weeme in Neede. Dat leidde tot de introductie van de succesvolle merknaam Jorzolino met een complete collectie huishoudgoed. Het motto was: Voor tafel, voor keuken, voor bed en voor bad. In 1962 gingen de Koninklijke Textielfabrieken Jordaan-Ter Weeme op in de Koninklijke Nederlandse Textiel Unie (KNTU). Die concentratie was nodig om het hoofd te bieden aan de concurrentie van de lagelonenlanden. De neergang bleek niet te keren. In 1970 moest de fabriek in Haaksbergen worden gesloten en 3 jaar later ging de KNTU failliet. De gebouwen van Jordaan werden in 1974 gesloopt. Van het puin werd een heuvel gemaakt naast de kinderboerderij in park Scholtenhagen.