Windesheim zou van Zwolle een echte studentenstad maken, zo was de verwachting. Maar zowel stad als studenten lieten het liggen. Na twintig jaar weet Zwolle nog altijd niet wat het met z'n studenten aan moet, ondanks dat de stad alle ingrediënten voor een bloeiend studentenklimaat in de schoot geworpen kreeg. Terwijl Windesheim groeide, veranderde de HBO-student van een klassiek "maatschappijkrities" groepsdier op kamers in een postmoderne, individualistisch calculerende studentburger die thuis woont en de trein pakt. [Broers, H., Onrust in de wijngaard. De wording van Windesheim (Zwolle 2007)].
Na de bloeitijd van de Latijnse school onder Johan Cele in de 14de en 15de eeuw, staat Zwolle eeuwen later weer op de kaart als belangrijk regionaal centrum voor hoger onderwijs. Hogeschool en kenniscentrum Windesheim telt bijna 17.000 studenten, duizenden cursisten en biedt werkgelegenheid aan een kleine 1.700 medewerkers. Naast Windesheim heeft Zwolle ook nog een hogeschool voor de kunsten (ArtEZ) met onder andere het Conservatorium, een katholieke Pabo en een gereformeerde hogeschool.
In 1975 kondigde onderwijsminister Van Kemenade aan dat de
regering van plan was de kleine HBO-scholen in Nederland te gaan
bundelen tot grote regionale instellingen. Voor een aantal
HBO-instellingen van christelijke signatuur in de regio was dat
voornemen aanleiding genoeg om te praten over eventuele
samenwerking. Vanuit Zwolle waren dat de HEAO, de Christelijke
Lerarenopleiding Zwolle in oprichting (CLZ) en de Pedagogische
Academie (PA). Erg vlot liepen de besprekingen niet, iedere
instelling had zo zijn eigen belangen. Tot een samenwerking kwam
het voorlopig niet.
In 1983 raakte de beoogde schaalvergroting binnen het HBO-onderwijs
in een stroomversnelling. Onderwijsminister Deetman stelde harde
eisen: met uitzondering van de PABO's moesten HBO-instellingen
minimaal 600 studenten hebben om zelfstandig te mogen blijven. Geen
enkele Zwolse instelling voldeed aan die eis. De christelijke
HBO-instellingen in de regio kozen eieren voor hun geld. In 1985
tekenden ze een fusieovereenkomst waarbij Zwolle als
vestigingsplaats werd aangewezen. Ook de in religieus opzicht
neutrale Zwolse HTS ging deel uit maken van de gefuseerde
instellingen, onder voorwaarde dat de school binnen 10 tot 15 jaar
een christelijke identiteit zou hebben aangenomen. Een ook voor
Nederlandse begrippen uniek voorbeeld van "bekering".
De plaats van de campus lag voor de hand. 2 jaar eerder al was in
Zwolle-Zuid de eerste paal geslagen voor een nieuwe school van de
Zwolse HEAO en CLZ. Het gebouwencomlex hoefde alleen maar te worden
vergroot. En er was ruimte genoeg. Op 11 maart 1987 werd "de
Christelijke Hogeschool Windesheim" geopend door koningin Beatrix
en minister van onderwijs Deetman. Binnen een paar jaar kreeg de
campus zijn vorm. Architect Cees Groen koos voor afzonderlijke
gebouwen voor elk vakgebied, omgeven door een cirkelvormige
rondweg.
De gefuseerde instellingen hielden voorlopig liefst hun eigen
koninkrijk in stand, wat met lede ogen door de directie werd
aangezien. Ook tussen directie en docenten ontstonden spanningen.
Zo gaf de directeur van Windesheim een denigrerend en karikaturaal
beeld van de traditionele docenten. Hun lessen waren volgens hem
een "one-manshow met gesloten deuren". In het onderwijs moest niet
meer het aanleren van kennis centraal staan, maar de verwerving van
competenties en
vaardigheden.
Rumoer van andere aard ontstond toen op een middag in september
1996 medewerkers van de technische dienst plotseling de letters
"Christelijke" van de gevel verwijderden. De volgende dag was deze
gebeurtenis met vette letters over drie kolommen in de Zwolse
Courant te lezen. Directeur Steenbergen ontkende dat
Windesheim van zijn geloof was afgevallen. Hij wees erop dat de
school nog steeds "Windesheim" heette, naar het gelijknamige
klooster even buiten Zwolle, dat in de Middeleeuwen het geestelijk
leven in deze streek voor een groot deel bepaalde. De naam stond
toen en nu voor christelijke spiritualiteit en engagement.
De verwijdering van het woord "Christelijke" is te zien als een
teken van de ontzuiling die zich in Nederland de afgelopen 50 jaar
heeft voorgedaan. De meeste studenten en het personeel van
Windesheim kiezen voor de school om het onderwijs of het werk dat
daar aangeboden wordt en niet meer primair om de christelijke
signatuur van dat onderwijs. Samen vormen studenten en personeel
een "normale" doorsnede van de Nederlandse samenleving.
Het aantal studenten bij Windesheim stijgt nog altijd. Onder andere
door een steeds groter wordend studieaanbod. Een voorbeeld daarvan
is de samenwerking die de hogeschool in 2005 aanging met de VU te
Amsterdam. Daardoor kunnen studenten van Windesheim voor
enkele studierichtingen ook een mastertitel halen. De verwachting
is dat het aantal studenten in 2020 gestegen zal zijn tot tussen de
25.000 en 30.000. Om deze enorme groei op te kunnen vangen, gaat de
bestaande huisvesting op de schop en wordt het aantal voorzieningen
fors uitgebreid.
In 2007 woonde meer dan 75% van de 17.000 studenten van Windesheim thuis. Er is weinig aanbod voor woonruimte en de prijzen voor de studentenkamers zijn hoog. Daar komt bij dat de gratis OV-kaart voor studenten geen stimulans is om in de studiestad te gaan wonen. De laatste jaren is de gemeente het belang van Windesheim en zijn studenten voor de stad steeds meer gaan inzien. Er vindt nu regelmatig overleg met de studenten plaats en voor hun initiatieven is geld uitgetrokken. Door het stijgend aantal studenten kan Zwolle de komende jaren uitgroeien tot een echte studentenstad, waarbij de studenten meer dan nu het stadsbeeld zullen bepalen.