Slechte huizen
Aan het einde van de negentiende eeuw was het slecht gesteld met veel woningen in het huidige Leidschendam-Voorburg. Arbeiders hadden vaak een huis met één of twee donkere kamers, een bedompte keuken en een klein zoldertje, zonder water of gas. De WC bestond uit een klein houten hokje buiten het huis met daarin een emmer. Afval gooiden de mensen gewoon achter hun huis in de sloot. De huizen werden vaak zomaar ergens neergezet. De woningen aan de Broekweg voor de mensen die bij het spoor werkten werden in 1906 relatief ver van het centrum gebouwd. Heel onlogisch dus.
Woningwet
In 1901 trad de Woningwet in werking. Huizen moesten voortaan van hogere kwaliteit zijn. Ook kregen gemeenten extra geld om nieuwe woningen te bouwen.
Veertien jaar later werd de eerste rooms-katholieke woningbouwvereniging Eensgezindheid in Veur opgericht. Nog hetzelfde jaar bouwde de vereniging verschillende huizen rond de Smidslaan, aangesloten op de drinkwaterleiding. Vier jaar later kregen de huizen gas. De huur bedroeg twee gulden en vijfentwintig cent per week.
Woningbouwvereniging Sint-Willibrordus bouwde in 1919 onder leiding van architect C.L. Koning een complex van 59 huizen aan de Sint-Willibrordusstraat, het Sint Willibrordusplein en de Sint-Jozefstraat. Deze huizen kostten vier gulden vijftig per week.
En nog meer nieuwe woningen
In Voorburg werd ook gebouwd. Tussen de Broeksloot en het centrum kwamen rond 1910 een paar nieuwe straten. Grote huizen stonden langs de oude oprijlanen van de verschillende boerderijen aan de Broeksloot, zoals de hoeves Oostenburg, Heldenburg, Oranjelust en Noordenburg.Maar er was ook sociale woningbouw. Tot 1945 verschenen in Voorburg 351 nieuwe arbeiderswoningen.
Commissie voor plaatselijk schoon
De Voorburgse woningbouwverenigingen moesten hun bouwtekeningen door de in 1914 opgerichte 'Commissie voor Plaatselijk Schoon' laten beoordelen. Eén van de leden van de commissie was de Voorburgse dorpsarchitect G.J.P. Klumper, geboren in 1868. Hij ontwierp een groot aantal huizen in Voorburg, Veur en Stompwijk. Meerdere villa's aan het Oosteinde, verschillende blokken aan de Parkweg en de Damsigtstraat, het kaaspakhuis aan de Delftsekade en de gereformeerde kerk aan de Damlaan, nu theater Camuz, waren van zijn tekentafel afkomstig.
Een ander lid van de commissie was de architect Herman van der Kloot Meijburg. Hij ontwierp de arbeidershuizen aan de Dr. Blookerstraat, de Rusthoflaan, de Rembrandtlaan en de Vondelstraat. De kleuren van de huizen aan de Dr. Blookerstraat waren bedacht door kunstenaar Vilmos Huszar.
Naar aanleiding van de bevolkingsgroei bouwden de woningbouwverenigingen tussen 1950 en 1970 elfhonderd woningen in Voorburg, waaronder de wijk 't Loo, Noord Nieuw, Bovenveen en Essesteijn.
Moderne architectuur in Leidschendam
De Leidschendammers kregen in de oorlog een nieuw raadhuis, ontworpen door Alexander Johannes Kropholler. Hij bedacht ook het daar tegenoverliggende Raadhuiskwartier.
Rond 1955 verscheen de eerste echte flat in Leidschendam, aan het Koningin Julianaplein. Een ander opvallend gebouw uit die tijd was het dr. Neherlaboratorium, ontworpen door de architect S.J. van Embden. In deze periode begon men ook met de bouw van de wijken De Heuvel, Prinsenhof, De Zijde, Duivenvoorde en Amstelwijk. Vanaf 1971 kon gewinkeld worden in winkelcentrum Leidsenhage.