Na de omwenteling van 1795 en de stichting van de Bataafse Republiek maakte de overheid echt werk van verbetering van het onderwijs. De kerk raakte haar overheersende rol kwijt en de staat nam die over. In Vreeswijk en Jutphaas werden nieuwe schoolgebouwen gebouwd en het onderwijs kwam op een hoger peil. Rapporten van de Provinciale schoolopzieners uit die tijd spreken van kwalitatief goed onderwijs. Maar er zijn ook opmerkingen te lezen over erg grote schoolklassen, waarbij één onderwijzer soms de zorg had over meer dan 100 leerlingen. In de drie laatste decennia van de 19e eeuw werden vanuit de kerkgenootschappen activiteiten ontplooid om te komen tot de stichting van aan de kerkgenootschappen gerelateerde scholen, het zogenoemde bijzonder onderwijs.
Kansel
Het bijzonder onderwijs werd volledig door de stichters van de
bijzondere scholen betaald. Vanaf de kansel 'maanden' dominees en
pastoors hun gemeenteleden, respectievelijk parochianen hun
kinderen naar de school van de eigen gezindte te sturen. Toen in
1920 de financiële gelijkstelling tussen openbaar en bijzonder
onderwijs bij wet werd geregeld, rezen de bijzondere scholen als
paddenstoelen uit de grond. In Vreeswijk echter was al in 1883 de
eerste bijzondere school gesticht. Jutphaas volgde 12 jaar
later.
Desastreus
De snelle opkomst van het bijzonder onderwijs was desastreus voor
het openbaar onderwijs in verschillende plaatsen. Kwalitatief prima
scholen liepen in enkele jaren leeg en bijna nieuwe schoolgebouwen
kwamen vrijwel leeg te staan. Vooral in Jutphaas was sprake van wat
best als een ramp kan worden aangeduid: De in 1883 gebouwde
zes-klassige Openbare Lagere School aan de Schoolstraat
telde in 1894 218 leerlingen. Toen één jaar later de
Sint-Franciscus(meisjes)school werd opgericht,
daalde het aantal leerlingen naar 143. In 1921 telde de Jutphase
Openbare Lagere School nog slechts ... zes leerlingen!
De bijzondere scholen
In Vreeswijk en Jutphaas zijn veel bijzondere scholen geweest. In
dit artikel wordt echter alleen uitgegaan van het basisonderwijs.
Andere onderwijsvormen (bewaarscholen, Fröbelscholen (= beide
kleuteronderwijs), Franse kostscholen en particulier onderwijs)
blijven onbesproken.
Vreeswijk
In wat nu Nieuwegein heet, had Vreeswijk in 1883 de primeur van
het bijzonder onderwijs. In 1877 werd opgericht de Vereniging
Sealthiël. Doelstelling van de vereniging was het bevorderen
van de Christelijke belangen en beginselen. In 1878 stichtte de
vereniging een bewaarschool in de Molenstraat. Op 6 maart 1883
opende de vereniging echter aan de Vreeswijkse Schoolstraat de
School met den Bijbel. In 1922 volgde de
Rooms-Katholieke School aan de Julianaweg.
Jutphaas
De eerste school voor bijzonder onderwijs in Jutphaas was de
R.K. Meisjesschool, die op 28 mei 1895 startte in het
nieuw gebouwde Sint-Franciscusgesticht. Daarin is nu het
partycentrum De Lantaern aan de Utrechtsestraatweg
gevestigd. De naam van de meisjesschool herinnert aan het zoontje
van de kasteelheer en kasteelvrouwe Heytink-Baesjou van Vronestein.
Hun enig kind Francois overleed in 1866 tijdens de
cholera-epidemie, die Jutphaas toen teisterde. De familie schonk
aan de R.K. kerk gelden voor de bouw van de school. Daar werden
katholieke meisjes niet alleen de eerste beginselen van taal en
rekenen bijgebracht, maar ook kennis van naaien en borduren. Andere
scholen in Jutphaas tot aan de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) zijn
achtereenvolgens:
- de school voor R.K. jongens, de Sint-Nicolaasschool (1913)
- de gemengde Christelijke school op Gereformeerde Grondslag (1921-1935)
- de gemengde Nederlands-Hervormde Gemeente School (1921-1935)
- De School met den Bijbel opgericht; door het samengaan van beide hiervoor genoemde scholen (1 april 1935)