LASHbak

De geschiedenis van de LASHbak

De laatste vaart
Op zaterdag 15 december 2007, omstreeks 09.30 uur, arriveerde de Rhine Forest in de Waalhaven, op boei 27, voor de allerlaatste keer in Rotterdam. Op 22 maart 1972 kwam zij in de vaart als Bilderdijk van de Holland-Amerika Lijn. Na 35 jaar kwam er een einde aan dit speciaal vervoer van zgn. LASHbakken, ook wel drijvende en/of varende containers genoemd. Op de laatste vaart van de Rhine Forest bevond zich het LASHbakje genaamd; CG S 6013, gebouwd in 1973 bij scheepswerf Ross & co in Ierland. Na een keuring heeft vereniging 'De Binnenvaart' dit bakje aangekocht. De binnenruimte heeft een grondige verandering ondergaan. Het uiterlijk is zo min mogelijk veranderd en de historische gele kleur is intact gebleven. Het bakje is op traditionele wijze gekoppeld voor de historische duwboot René Siegfried.

De René Siegfried maakt deel uit van Binnenvaartcentrum, aan boord bevindt zich het eerste en enige Nederlandse Binnenvaartmuseum. Het LASHbakje is een uitbreiding van Binnenvaartmuseum en toont de geschiedenis van De Jonge Jacob en natuurlijk ook de historie van het LASHvervoer.

LASH vervoer

LASH is de afkorting van Lighter Aboard Shipping in de Nederlandse binnenvaartreglementen vertaald naar zeeschipbak. Het grote voordeel van dit systeem, had moeten zijn dat er minder overslag (2 maal per reis), overslagtijd en verlet van goederen nodig zou zijn. Hoe kon dit? In het binnenland van Amerika werden de goederen direct in verschillende LASHbakken geladen. Van deze LASHbakken werd weer een duwkonvooi samengekoppeld, met daar achter een duwboot voor de aandrijving. Deze duwboot bracht de

Lighters naar de zeehaven van New Orleans, daar lag de Rhine Forest, met een eigen 500 ton hijskraan, op het achterschip en tilde de LASHbakjes aan boord. Daarna werd de Atlantische oceaan over gevaren om vervolgens in Rotterdam deze bakjes in water te zetten in de Waalhaven. Hier werden diverse duwkonvooien geformeerd, naar de verschillende bestemmingen, welke aan de waterwegen van west Europa liggen. LASHbakken hebben geen eigen ankergerei, daarom moest aan de voorkant van een duwstel, dat uitsluitend uit LASHbakken bestaat, een zogenaamde `kopbak`gekoppeld worden.

Deze kopbak is uitgerust met een ankerlier met ankers en eventueel ook met een kopschroef. Ook kan de kopbak geballast worden, zodat de kopbak dezelfde diepgang krijgt als de voorste LASHbak van het konvooi. Deze bakjes hebben een lengte van 18.75 m, breedte van 9.50 m en een laadvermogen van 372 ton. Dus vier LASHbakjes voor elkaar gekoppeld, hebben een lengte van 75 m, wat net iets korter is dan een standaardduwbak van 76.50 m. Daarom kan in plaats van een kopbak, ook een duwbak geformeerd worden, voorin het konvooi, want duwbakken hebben immers wel ankergerei aan boord. Het was overigens verboden om LASHbakken te formeren in een combinatie van een zesbaks duwstel of in een combinatie met geladen bak(ken) welke gevaarlijke stoffen vervoeren.

Nadeel

Dit LASHvervoer is nooit echt een succes geworden, mede door de snelle opkomst van de gewone container, maar ook doordat deze bakken veel weerstand door het water ondervonden. Het werken met en op deze LASHbakjes was door het niet hebben van een gangboord en uitgerust met hele lage en kleine koppelliertjes, toch wel wat gevaarlijker dan het werken met gewone duwbakken. Voor het laden en lossen van de bakjes was er altijd een hijskraan noodzakelijk om de drie zware pontonluiken of het grote polyesterluik te verplaatsen.

Bron: Vereniging 'De Binnenvaart'