De Stormvloedseindienst gaf de autoriteiten in de ochtend van zaterdag 31 januari al een melding van de opkomende, zeer zware noordwesterstorm. Deze waarschuwing werd door velen onderschat. Tijdens laagwater op die zaterdagavond stond het water net zo hoog als bij normaal hoog water. Omdat springtij het water extra zou laten stijgen, liet een ervaren schipper van Sleepdienst Broedertrouw de burgemeester van Zwijndrecht alarm slaan, wat Willemstad inmiddels ook al had gedaan. Direct werd de noodtoestand afgekondigd.
Zwijndrecht
De buitendijks staande bebouwing kreeg als eerste met het stijgende water te maken. Onderhuizen liepen vol, evenals de voorraadkelders van de Verenigde Oliefabrieken. De op het terrein staande mandflessen van Chemproha dreven alle kanten op en via hun terrein ontstond een snel groter wordend gat in de Lindtsedijk. Het water stroomde over het terrein van Groenteninmakerij Van den Hout de Da Costastraat in. Omdat Meerdervoort hoger is gelegen, stopte het daar gelukkig.
Bij de Ringdijk was het water zo sterk gestegen dat het op diverse plaatsen over de dijk stroomde en allereerst terechtkwam bij de huizen aan de Onderdijkse Rijweg. De dijk kon niet voorkomen dat het grootste deel van Zwijndrecht in het water kwam te staan. Maar niet onder water, want de dijk hield het. De grootste zorg was de beschadigde Lindtsedijk, die het bij de volgende vloed zou begeven. Met man en macht werd er die zondag door vrijwilligers gewerkt om het ontstane gat te dichten.
Heerjansdam
Ook bij Heerjansdam was de situatie kritiek. De Lindtsedijk was op sommige plaatsen zo door het water afgekalfd, dat de woningen nauwelijks bereikbaar waren. Bij een huis in het doodlopende deel van de Dorpsstraat had het water de grond weggeslagen, waardoor leidingen en kabels bloot kwamen te liggen. Bewoners van de huizen onderaan de dijk moesten worden geëvacueerd, wat een angstig moment opleverde voor een vrouw die hierbij haar baby kwijtraakte. Twee Heerjansdammers wisten het kind van de verdrinkingsdood te redden.
Hendrik-Ido-Ambacht
Hendrik-Ido-Ambacht kreeg met wateroverlast rondom de Veerweg te maken. Omdat men bezig was met de verbreding van de Kerkstraat, was er net een sloot met zand gedempt. Hierdoor had men direct zand om zakken mee te vullen ter bescherming van de dijk, want ook daar dreigde een doorbraak. Diverse huizen aan de Veerweg raakten zwaar beschadigd.
De Biesbosch inpolderen?
In 1934 werd een werkverschaffingsproject overwogen om tienduizend hectare van de Brabantse Biesbosch in te polderen. Dordrecht maakte zich zorgen over die plannen, omdat dit gevolgen zou hebben voor zijn dijken. Die zouden dan weleens te laag kunnen blijken. Onderzoek wees uit dat de dijken toen eigenlijk al anderhalve meter te laag waren... Maar dit feit werd nadrukkelijk buiten de publiciteit gehouden.
Toen de Watersnoodramp zich voltrok, was er in ambtelijke kringen al bijna twee decennia gediscussieerd, gestudeerd, ontworpen en verworpen. Deskundigheid genoeg, zou je zeggen. Toch was niemand op deze ramp voorbereid. Het feit dat de dijken van de Zwijndrechtse Waard en Dordrecht het niet hebben begeven, was bepaald geen waterstaatkundige verdienste. Dit kwam alleen doordat de dijken bij ’s-Gravendeel en Papendrecht het al hadden begeven. Nog in datzelfde rampjaar 1953 werd het Deltaplan geboren.