Het Palthe-Huis, het leprozenhuis en het Gravenhuis zijn enkele bijzondere gebouwen in Oldenzaal. Het leprozenhuis staat op de kaart van Jacob van Deventer uit circa 1570. Het Gravenhuis is afgebeeld op de kaart van Johannes Blaeu uit 1626.
Leprozenhuis uit de Middeleeuwen
Veel oude huizen in Oldenzaal gaan terug tot in de Middeleeuwen. Sommigen zijn al te traceren op de 16de-eeuwse kaart van Jacob van Deventer, zoals het Agnesklooster en het leprozenhuis, dat buiten de stadsmuren lag, aan de weg naar Deurningen. Het huisje was gebouwd tijdens de kruis-tochten, die van 1095 tot 1271 werden gehouden. Met de terugkerende legers kwam in Europa ook de lepra, melaatsheid. Lijders aan melaatsheid mochten niet in de stad komen. Daarom werd buiten de stadsmuren een huisje gebouwd, een soort quarantaine, waar de melaatsen konden verblijven. Op de latere 17de-eeuwse kaart van Johannes Blaeu is dit huis verdwenen.
Het Gravenhuis
Naast de bekende gebouwen op de kaart van Blaeu is linksboven de Plechelmuskerk bij de huidige Nagelstraat en Hofstraat nog een gebouw ingetekend met een speciale functie. Dit was waarschijn-lijk het Gravenhuis of Heidenhuis, bestemd voor de graaf als hij Oldenzaal bezocht.
Het Palthe-Huis, een unicum
Het Palthe-Huis is één van de oudste huizen van Oldenzaal. Het monumentale pand staat niet op de kaart van Johannes Blaeu uit 1626. Waarschijnlijk is het enkele tientallen jaren later gebouwd. De gebinten van het huis zijn gedateerd in de 17de eeuw. Op grond daarvan nemen we aan dat de bouwdatum ca. 1650 is. Architectonisch is de gevel te dateren rond 1680. De gevelornamenten van Bentheimer zandsteen laten Renaissance-kenmerken zien, evenals de ornamenten van het tegenoverliggende Michgoriushuis. Beide huizen hebben gevels uit het laatste kwart van de 17de eeuw. In deze periode lieten de Oldenzaalse patriciërs comfortabele huizen bouwen, die pasten bij de rang en status van de bestuurlijke elite van Oldenzaal.
Familie Palthe
In de 18de eeuw begon de familie Palthe zich met dit huis te bemoeien. Deze familie behoorde tot de protestantse elite van Oldenzaal, die zich al direct na de Tachtigjarige Oorlog manifesteerde. Aanvankelijk werd het huis gekocht door Johannes Palthe, maar hij ging er nog niet direct wonen. Pas na zijn huwelijk in 1799 werd het huis bewoond door de Palthe-familie. Drie generaties Palthe's hebben er gewoond, totdat in 1928 de kleindochter van Johannes Palthe, Gulia Palthe, als laatste bewoonster overleed en het huis inclusief inboedel naliet aan de Oudheidkamer van Oldenzaal.
Oudheidkamer 1906
De vereniging De Oldenzaalsche Oudheidkamer werd op 24 oktober 1906 opgericht. Zij had tot doel het verzamelen, bewaren en tentoonstellen van geschiedkundige, geologische en volkenkundige voorwerpen. De verzameling werd ondergebracht in het raadhuis en in 1916 in het Michgoriushuis. Door het legaat van mej. Gulia Palthe kwam de vereniging in 1929 in het bezit van het 17de-eeuwse patriciërshuis, het Palthehuis. Naast de genoemde verzameling is de vereniging door particuliere schenkingen ook in het bezit gekomen van archivalia, waaronder een aantal familie-archieven.
Historisch museum het Palthe-Huis
Historisch museum het Palthe-Huis is tot op de dag van vandaag een authentiek patriciërshuis gebleven met 18de-eeuwse stijlkamers. Een dergelijk huis is nergens in de Twentse steden in zo'n oorspronkelijke staat bewaard gebleven en is dus een unicum. Ten behoeve van de museale functie is er rond 1965 een nieuwe tentoonstellingszaal achter het huis gebouwd. Omstreeks 1980 werd het vervallen koetshuis gerestaureerd en weer in oude glorie hersteld. Het complex is nu één van de mooiste plekjes van Oldenzaal geworden. Hier kan men de tijd naar zijn hand zetten en even terugkeren in een andere tijd.