Door Jan van Baar
Vanaf de Tweede Wereldoorlog heeft Alkmaar een stormachtige groei doorgemaakt. Na de ontwikkeling van een reeks nieuwe wijken kreeg de stad in 1972 de status van groeikern om de 'overloop' uit de Randstad op te vangen. Met de stadsuitbreiding in noordelijke richting groeide Alkmaar uit tot een middelgrote stad met een bijpassend voorzieningenpeil.
In de jaren vijftig stond het denken over de toekomst van de binnenstad in het teken van bestemmingsplannen rond de Grote Kerk, het bereikbaar houden van de binnenstad en de stadsvernieuwing. Omwille van de automobiliteit werd zelfs overwogen alle grachten te dempen. Met de planning van een randweg, de verplaatsing van de Friesebrug (1952) en de aanleg van de Bergertunnel (1958) was al behoorlijk tegemoetgekomen aan de eisen van het toenemende autoverkeer.
Net als elders kampte Alkmaar in de naoorlogse jaren met een forse bevolkingsgroei en een enorme woningnood. Vandaar dat de bouw van nieuwe woningen voortvarend ter hand werd genomen. Op alle beschikbare gronden binnen de toenmalige stadsgrenzen verrezen nieuwe wijken: Nieuw-Overdie, de Staatsliedenbuurt, het Stadhouderskwartier en vervolgens de Kooimeer, het Oranjepark en het Hoefplan. De bebouwing van de Oudorperpolder, in samenwerking met de toenmalige gemeente Oudorp, sloot een periode af waarin voornamelijk voor de eigen bevolking werd gebouwd.
Die taakstelling veranderde toen Alkmaar in het kader van het streekplan voor Noord-Kennemerland als overloopgebied voor de Randstad werd aangewezen. Voor de in 1970 benoemde burgemeester Roel de Wit lag hier een grote uitdaging. De Wit was een vurig aanhanger van het overloopbeleid. Als oud-wethouder Publieke Werken van Amsterdam had hij de finesses van de ruimtelijke ordening als geen ander in de vingers. Het gebrek aan woningen in de Randstad duidde hij als een sociaal probleem. Overloopgebieden ('groeikernen') boden een oplossing. Vol ambitie begon hij aan een serie hoorzittingen en werkbezoeken.
Soepel verliep dat allemaal niet. De uitbreiding van de stad moest vooral gebeuren op het grondgebied van de toenmalige gemeenten Oudorp, Koedijk en Sint Pancras - en de jaren zestig had mondige burgers gebaard. De plannen om deze dorpen te annexeren stuitten op massaal verzet, met name in Sint Pancras. Onder aanvoering van actieleider Piet Vroegop werden alle krachten gemobiliseerd om de verstedelijking buiten de deur te houden. Het mocht niet baten. In oktober 1972 werden Koedijk en Oudorp opgeheven. Sint Pancras bleef zelfstandig, maar moest een groot deel van zijn grondgebied inleveren. Met de grenswijziging kreeg Alkmaar de ruimte die het nodig had. In sneltreinvaart werd begonnen met de realisatie van Alkmaar-Noord.
Onderwijl had het stadsbestuur ook de handen vol aan de binnenstad. De werkgroep Sanering Oostelijk Stadsdeel liep te hoop tegen de gemeentelijke politiek van afbraak en nieuwbouw en het actiecomité Behoud de Spoorbuurt onder leiding van Jaap Heemskerk verzette zich heftig tegen de voorgenomen sloop van de buurt. De protesten vonden gehoor. De Spoorbuurt bleef behouden. Het accent in de stadsvernieuwing verlegde zich nadien naar woningverbetering en 'nieuwbouw waar nodig'. Het bijgestelde beleid kreeg de wind in de zeilen toen het rijk in 1978 extra gelden beschikbaar stelde om historische panden in de oude binnensteden te behoeden voor ondergang.
In Alkmaar-Noord verrees intussen een bijzonder conglomeraat woningen en wijken met een stadspark als centrum. Huiswaard I was nog opgezet volgens de ideeën van de jaren zestig met hoogbouw, rechte straten en veel herhaling. Met de start van Huiswaard II aan het einde van 1974 begon een tweede fase gekenmerkt door verscheidenheid (houtskeletbouw en diverse typen eengezinswoningen) en kleinschaligheid. Rechte straten maakten plaats voor woonerven. Na 1981 werd onder invloed van bezuinigingen en veranderende stedenbouwkundige inzichten soberder en strakker gebouwd. Een derde fase - de afbouw van de groeigemeente was ingezet - trad in met de ontwikkeling van de Daalmeer in 1983. De wijksgewijze opzet maakte plaats voor langgerekte hoofdwegen en ruitvormige stratenplannen. Met de bouw van Daalmeer 5 in de jaren negentig werd de ontwikkeling van Alkmaar-Noord afgesloten en kwam een voorlopig einde aan de spectaculaire uitbreiding van de stad.