Met de benenwagen
Wat is het goedkoopste vervoersmiddel dat je altijd bij de hand hebt?
Juist, je benen. Er werd vroeger veel meer gelopen dan nu. Een tocht van 20 kilometer op één dag was helemaal niet vreemd. Het kostte wel veel tijd. Maar als je weinig geld hebt, moet je wel. Je kunt dus wel stellen dat snel en gemakkelijk vervoer een luxe was.
Vroeger was het niet zo eenvoudig om te reizen in Drenthe. De wegen waren niet verhard
(er lag geen asfalt) en daarom kon je er niet hard rijden. Het waren allemaal zandweggetjes die slingerend van het ene dorp naar het andere dorp liepen. Als je bijvoorbeeld van Assen naar Hoogeveen wilde reizen, moest je wel een dag uittrekken. Hoe kwamen mensen dan van de ene naar de andere plaats?
Op de fiets
De fiets is een Franse uitvinding. In 1885 werd een model fiets ontworpen die lijkt op de fiets van nu. Eerst was een fiets alleen iets voor rijke mensen. Pas vanaf 1920 werd het een vervoersmiddel voor iedereen. Steeds meer mensen konden een fiets kopen en je kon er flink wat kilometers mee maken.
Met de boot
Door de veengeschiedenis zijn er grote en kleine kanalen gegraven in Drenthe. Het was een heel netwerk van water. Je kon in Drenthe dus ook met een boot reizen. Het ging echter niet zo snel.
De auto
Eerst was er alleen paard en wagen voor vrachtvervoer over de weg. De wagen was simpel, van hout met houten wielen getrokken door één of meerdere paarden. Daarna kwam het rijtuig. In 1896 werd de motor uitgevonden. Door middel van brandstof gemaakt van olie kon de motor draaien en het rijtuig voortbewegen. Zo ontstond langzamerhand de automobiel (=letterlijk: zelfbewegend). Hendrik Gerard van Holthe tot Echten, een politicus uit Assen, had als eerste in Drenthe een auto. Dat was in het jaar 1899. In die tijd had je alleen een auto als je heel rijk en belangrijk was. Een auto was toen heel duur om te kopen.
Het spoor
In 1867 kreeg Drenthe een aansluiting op het spoorwegennet. Zo konden de inwoners van Drenthe eenvoudiger reizen naar andere gebieden in Nederland. Vanaf 1900 werden er ook trambanen aangelegd in Drenthe. Zo moest het voor iedereen mogelijk worden te reizen met de tram. Een spoor aanleggen was goedkoper dan een weg verharden en in de tram pasten meer mensen. Twintig jaar later reden er al veel trams. Ook in de kleinere plaatsen in Drenthe. Misschien heb jij in je dorp nog wel een Tramstraat?
Eerst werden de trams voortgetrokken door paarden. De eerste paardentramlijn in Drenthe werd geopend in 1892 en liep van Zuidlaren naar Groningen. Later reden er trams op stoom, gas of kolen. Op een gegeven moment liep het vervoer met de tram terug. Mensen gingen vaker met de bus en spullen werden vervoerd met vrachtwagens. De wegen in Drenthe waren inmiddels ook voor een groot deel verhard. De trams verdwenen. Nu rijden trams alleen in grote steden als Amsterdam en Rotterdam.