Brand!
Om half elf 's avonds, 11 maart 1868, luidden de klokken in Genemuiden hard. Er was brand uitgebroken bij bakker Van Dijk aan de Langstraat! Door de harde wind stonden er binnen een kwartier al 20 huizen in brand…
Paniek
Mannen en vrouwen renden heen en weer met emmers water. Maar het vuur verspreidde zich zo snel, dat al snel de halve stad brandde. Overal brak paniek uit. Het was gloeiend heet en losgebroken koeien en paarden renden angstig door de straten.
Niet te redden
Rond middernacht bleek dat de stad niet meer te redden was. Veel mensen vluchtten met het veer naar herberg de Noorde aan de overkant van het Zwarte Water. Andere mensen stapten aan boord van schepen in de haven.
Dakloos
De volgende ochtend stond de stad nog steeds in brand. Brandweerlieden uit Zwartsluis, Vollenhove en Kampen kwamen helpen blussen. De schade in Genemuiden was enorm: 140 gebouwen waren verwoest, waaronder 105 woningen, alle scholen en het gemeentehuis. Ongeveer 600 mensen waren dakloos geworden.
Niet de rste keer
Het was niet de eerste keer dat er een grote brand in Genemuiden woedde. In 1698 brandden er ook al eens 80 huizen en 51 schuren af. De kans op brand in het stadje was groot: boerderijen en huizen met rieten daken, houten schuren en hooibergen stonden heel dicht op elkaar. Als er ergens brand uitbrak, kon het vuur zich heel snel verspreiden.
Voorkomen
Na een grote brand in 1741 verbood het stadsbestuur nog langer huizen met rieten daken te bouwen. Stenen dakpannen waren veiliger. Om voorbereid te zijn op een brand, moesten alle mannen brandweerdiensten verrichten. Ook stond er in ieder huis een emmer om branden te blussen.
Hulp
De schade van de brand van 1868 in Genemuiden was zo groot, dat de burgemeester een oproep in verschillende kranten deed om hulp. "Komt Landgenoten! Beschaamt onze hoop op Uwe menschenliefde niet!" Gelukkig kwam er van veel kanten hulp en kon de stad weer opgebouwd worden.
Nieuwe regels
Om te voorkomen dat er ooit weer zo'n grote brand zou uitbreken, werden de regels nog strenger. Boeren mochten hun hooi nog maar op drie plekken opslaan: aan de Achterweg, de Sasdijk en op het Blokhuiserf. De bordjes "Verboden te roken" die je nu nog aan de Achterweg ziet, komen ook uit die tijd. Het was streng verboden om nog met een pijp of sigaar in de buurt van de hooibergen te komen.