Heino
In bijna ieder dorp was vroeger een molen te vinden. Zo ook in Heino. De eerste molen in het dorp werd in de Middeleeuwen gebouwd. Deze molen heette de "Heinose molen". Molens werden gebruikt om boekweit, gerst, rogge, haver en maïs te malen, olie te slaan uit lijn- en koolzaad, hout te zagen en het land droog te malen.
Gezelligheid
Alle boeren uit de omgeving kwamen naar de molen om hun graan te laten malen. Tijdens het wachten, wisselden de boeren de laatste nieuwtjes uit. Als het graan gemalen was, ging het meel naar de bakker. Die bakte er lekkere broden van. Later gebruikten de boeren het meel steeds vaker om varkensvoer van te maken.
De Heinose molen
Rond 1423 stond de "Heinose Molen" aan de Molensteeg (nu Molenweg) in Heino. De molen hoorde bij havezate de Bredenhorst. Tussen 1759 en 1780 werd de molen afgebroken en aan de Nieuwe Wetering bij Liederholthuis herbouwd.
"Hooglugt"
Molen "Hooglugt" of de "Nieuwe Lenther Molen", werd aan het einde van de 18de eeuw gebouwd. De molen stond op de hoek van de Zwolseweg en de Lentheweg. Vanaf 1838 was de molen in bezit van de familie Hooglugt. Zij gebruikten de molen om koren te malen en olie te persen.
Kloostermansmolen
Ook aan de Marktstraat heeft een molen gestaan: de "Kloostermansmolen" of "Molen van Rakhorst". In deze molen werd graan gemaald en gerst gepeld. Ook heeft er nog een zaagmolen in Heino gestaan. Deze werd rond 1870 aan de Vlaminckhorstweg gebouwd voor timmerbedrijf Vrielink.
Hoog water
Aan de westkant van Heino hadden de mensen vaak last van overstromingen. In 1456 stond bij Hoograven een windmolen met scheprad, die het land droog moest houden. Eén molen bleek niet genoeg om het land droog te houden. In 1491 werd een tweede molen bijgebouwd. Deze stond bij de Aalvangersbrug. In 1768 werden beide molens vervangen door een grotere molen bij Stickerszijl. Rond 1920 liet de familie Overesch aan de Hondemotsweg nog een kleine Amerikaanse molen bouwen om hun eigen grond droog te malen.
Nieuwe uitvindingen
De uitvinding van de stoomkracht en later de elektromotor zorgden voor het einde van de molens in Heino en de rest van Nederland. Door stoomkracht en elektriciteit kon de molenaar de molen zonder wind laten draaien. Langzaam verdwenen de windmolens en de molenaars. Dat betekende dat de "Heinose molen", die in 1911 afbrandde niet meer werd opgebouwd. Dat zelfde gold voor molen "Hooglugt". Ook de zaagmolen was niet langer nodig, en werd in 1910 afgebroken. De grote molen bij Stickerszijl werd vervangen door een gemaal. De enige molen die overbleef, was molen Overesch.