De Noordbrabantse Christelijke Boerenbond
In 1896 richtten katholieke boeren de Noordbrabantse Christelijke Boerenbond op. Ze kregen steun van pater Van den Elsen. Hij vond dat de boeren moesten samenwerken. Er kwam namelijk steeds meer industrie. Van den Elsen was bang dat de industrie te sterk zou worden voor de boeren en wilde dat de welvaart voor de boeren groter werd. Elk dorp kreeg een eigen boerenbond.
Samenwerken is slim
Op de boerderijen in Erp, Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel werden kalveren vetgemest. Handelaren verkochten ze naar Engeland en Duitsland. Maar de boeren vonden dat ze te weinig geld kregen. Ze besloten de handel zelf te regelen en vormden de Meierijse Kalverenbond. De boeren leerden dat een coöperatie (=samenwerking) slim en goedkoop was. Zo richtten ze samen de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank (nu Rabobank) en Coöperatieve Centrale Melkproductenfabriek De Meierij (nu Friesland Campina) op.
De Coöperatieve Handelsvereniging (CHV)
De boeren besloten samen granen, mengvoer en kunstmest in te kopen. Die vereniging noemden ze Coöperatieve Handelsvereniging (CHV). Elke boerenbond kreeg een eigen pakhuis. In Veghel moest het CHV-hoofdkantoor met fabriek komen. Zo werd Veghel het handelscentrum van de NCB.
De graansilo
Architect Jan Wiebenga ontwierp de CHV-gebouwen. Hij tekende een graansilo van gewapend beton. Dat was erg bijzonder voor die tijd. De meeste gebouwen waren nog van baksteen.
Het nieuwe bouwen
De graansilo hoort bij de bouwstijl 'Het nieuwe bouwen'. Dat was een bouwstijl die veel voorkomt rond 1920 en 1930. Wiebenga tekende veel gebouwen in de stijl van Het nieuwe bouwen. Alle lijnen en hoeken van het gebouw waren recht. Het gebouw was vooral functioneel. Dat wilde zeggen: de silo moest vooral makkelijk zijn voor het opslaan van graan.
Voordelen
De boeren waren blij met de Coöperatieve Handelsvereniging. Ze kochten kunstmest, verkochten landbouwgewassen en huurden landbouwmachines. Van de Boerenleenbank leenden ze geld voor nieuwe investeringen op de boerderij. De coöperaties maakten het leven van de boeren beter.