Je hebt vast weleens een hunebed gezien. Hunebedden zijn erg oud. De mensen uit de steentijd bouwden deze hunebedden.
Hunebedden uit de steentijd
De steentijd is al meer dan 5000 jaar geleden. Ook toen leefden er al mensen in het gebied van de huidige gemeente Coevorden. De hunebedden werden gebruikt om mensen in te begraven.
Grote zwerfkeien
Hunebedden zijn opgebouwd uit hele grote stenen. Deze stenen noemen we zwerfkeien. Ze zijn in de één na laatste ijstijd meegevoerd met het ijs uit Noord Europa. De zwerfkeien liggen verspreid over heel Drenthe. Ze zijn ontzettend zwaar. De grootste stenen wegen wel 20.000 kilo. Hoe de hunebedbouwers deze stenen op hun plaats kregen weten we niet precies. We denken dat ze de stenen tegen een zandheuvel sleepten en daarna het zand rondom hebben weggehaald. In de 17e eeuw dachten sommige geleerde mensen dat hunebedden door reuzen gebouwd waren.
De trechterbekercultuur
De hunebedden zijn gebouwd door de eerste boeren in ons land. Zij hoorden bij de trechterbekercultuur. Genoemd naar de trechterbekers die zij gebruikten. De boeren woonden in boerderijen in hele kleine dorpjes. Ze hielden vee en verbouwden granen en groenten op hun akkers. In de bossen zochten ze naar bessen en noten.
Hunebedden in de Gemeente Coevorden
In de gemeente Coevorden zijn nog drie hunebedden te vinden. Twee hunebedden staan ten noorden van de weg van Noord-Sleen naar Zweeloo, op de Pagenakker en de Stienakker. Het andere hunebed staat langs de weg van Noord-Sleen naar Schoonoord. Dit hunebed wordt de 'Papeloze kerk' genoemd. In de 16e eeuw hielden de protestanten hier hun kerkdiensten. Zij hadden andere ideeën dan de katholieken over het christendom. De katholieke koning Philips II liet alle protestanten streng vervolgen. Daarom werden de diensten in het geheim gehouden. Papeloos betekent zonder katholieken. Paap was een scheldwoord voor een katholiek.
Grafheuvels
Later werden de doden begraven in grafheuvels in plaats van hunebedden. Grafheuvels zien eruit als kleine ronde heuveltjes. De boeren geloofden in een leven na de dood. Daarom kreeg een dode allerlei spulletjes mee als hij/zij werd begraven, zoals sieraden, wapens en potten met voedsel. In de oudste grafheuvels ligt vaak maar één persoon begraven. Vanaf 1200 v.Chr. kozen de boeren er voor hun doden te cremeren. De as werd in urnen (een soort potten) verzameld. Daarna begroeven de boeren de urnen in een grafheuvel. In de huidige gemeente Coevorden zijn op verschillende plekken grafheuvels gevonden, bijvoorbeeld tussen Sleen en Schoonoord en bij Dalen.
Galgenberg
Grafheuvels werden in de Middeleeuwen gebruikt om boeven en dieven te straffen. De heuvels lagen vaak op routes waar veel mensen langskwamen, te voet of te paard. Op de hoge grafheuvel stond een galg waar boeven werden opgehangen. Het dode lichaam bleef dan een hele tijd hangen. Dit was een waarschuwing om zelf geen misdaden te plegen. De mensen schrokken ervan. We noemen deze speciale grafheuvel een galgenberg. Op het Sleenerzand is er één te vinden.
Hele oude sporen
Ook voor de trechterbekercultuur leefden er al mensen in de gemeente Coevorden. Zij worden de rendierjagers genoemd. Ze leefden van de jacht en verzamelden voedsel in de bossen. Ze hadden geen vaste woonplaats, maar trokken achter de kuddes rendieren aan. Bij Jimmingveen en Waterveen bij Oosterhesselen zijn werktuigjes van deze jagers gevonden. De gereedschappen zijn gemaakt tussen 12.400 en 11.600 v. Chr. In Museummolen Jan Pol zijn allerlei vondsten uit de prehistorie te zien, bijvoorbeeld vuistbijlen en een hoorn van een oeros, die is wel 3000 jaar oud!