Tot ongeveer 150 jaar geleden waren er in Drenthe alleen maar zandwegen. Het was lastig om op deze wegen te lopen of om er met paard en wagen over te rijden.
Nieuwe wegen
Vooral na een flinke regenbui lagen de zandpaden vol met water. Maar je had weinig keus. In Drenthe waren in die tijd nog weinig kanalen, dus was reizen per schip lastig en kostte veel tijd.
In de 19e eeuw werden verschillende wegen in de gemeente Coevorden verhard. Om de kosten voor de aanleg en het onderhoud te kunnen betalen, werd er tol ingesteld. Als je van de weg gebruik wilde maken, moest je tol betalen. Dat betaalde je aan de tolwachter. Hij woonde in het tolhuis. Vanuit zijn huis kon hij de hele weg in de gaten houden.
Vanaf 1948 hoefde er nergens meer tol betaald te worden. Het tolhuisje van Schoonoord wordt nu als kassa voor het openluchtmuseum Ellert en Brammert gebruikt. Je kunt oude tolhuisjes nog wel herkennen, ze staan heel dicht langs de weg.
Kanalen
In de 19e eeuw gingen veel mensen per schip reizen. Ook veel goederen, zoals landbouwproducten, werden per schip vervoerd. Dat ging sneller dan over de onverharde wegen. In Drenthe zijn in de 19e eeuw verschillende kanalen gegraven voor het vervoer van turf en om water op te vangen. Kanalen werden met de hand gegraven. Je kunt je voorstellen wat een werk dat moet zijn geweest!
In de gemeente Coevorden werden het Stieltjeskanaal, het Oranjekanaal, de Verlengde Hoogeveenschevaart en de Jongbloedvaart gegraven. De bruggen stonden vroeger altijd open. Zo konden de schepen altijd doorvaren. Voetgangers en ander verkeer moesten wachten totdat de brug dicht ging.
Tramlijn
Vanaf 1903 liep er een tramlijn in de gemeente Coevorden. De tram vervoerde goederen en personen. De eerste tram reed van Hoogeveen, via Oosterhesselen en Sleen, naar Nieuw-Amsterdam. Later kwamen daar andere richtingen bij, bijvoorbeeld tussen Assen en Coevorden. Ook deze tramlijn liep door Oosterhesselen. Omdat de twee lijnen elkaar in Oosterhesselen kruisten, werd het wel 'Klein Utrecht' genoemd.
De bevolking was blij met de komst van de tram. Ze konden nu veel eenvoudiger naar andere plekken reizen. Na de Tweede Wereldoorlog werd de tram opgeheven. Steeds meer mensen kozen voor de bus of de auto. Dat was sneller.
Met de trein
Vanaf 1905 konden de inwoners van de gemeente Coevorden ook met de trein reizen. Er kwam een aansluiting op de spoorlijn tussen Zwolle en Stadskanaal. De wereld werd door de komst van de trein steeds 'groter'. Mensen konden via Zwolle bijvoorbeeld naar Amsterdam of Utrecht reizen. Voor de komst van de trein deed je dat niet zo snel. Er kwam een station in Coevorden en in Dalen.
De komst van de auto
De eerste auto's kwamen in 1889 in Drenthe. Tussen 1906 en 1951 hadden alle auto's een nummerbord dat begon met de letter D, van Drenthe. Dat is nu niet meer zo.
Inmiddels kunnen we bijna niet meer zonder auto's. Er zijn veel nieuwe wegen bij gekomen. Het vervoer over de weg werd steeds belangrijker. Nu worden de kanalen gebruikt om voor je plezier op te varen of om te vissen. Sommige kanalen worden nog gebruikt voor het vervoer van goederen.