Grenzen

Oeroude scheidslijnen

Tijd van monniken en ridders

De gemeentegrens van Losser is voor bijna de helft een grens met Duitsland. De oostgrens van ons land is in grote lijnen ontstaan toen het Rijk van Karel de Grote na de dood van Lodewijk de Vrome in drieën gedeeld werd bij de rijksdeling van Verdun in 843. De verdeling vond plaats op basis van de "descriptio regni", een beschrijving van alle rechten en bezittingen van de koning. De grens vormde de scheiding tussen de bisdommen Utrecht en Münster en had een zodanig verloop, dat de rechthebbenden aan beide kanten gelijkelijk bedeeld werden.
Grondbezit is de basis voor rijkdom en gezag. Met de toe-eigening daarvan kan men doorgaan tot men in botsing komt met de aspiraties van de buurman. Daar waar twee belangen elkaar raken ontstaat een grens. Zo'n grens kan beschreven worden als een overzicht van de wederzijdse belangen of meer gedetailleerd als een opsomming van grenspalen.

Natuurlijk verloop

De Rijksgrens werd oorspronkelijk voor een deel gevormd door de Dinkel. In de Hengeler Heurne in de Lutte is dat nog zo. De grenspalen 10 tot en met 12 leggen een imaginair grenspunt vast midden in de Dinkel. Bij de Kribbenbrug over de Dinkel moest tol betaald worden. De Dinkel voorkwam dat men zijwaarts kon uitwijken en zo de tol ontlopen. Vlakbij de Kribbenbrug stond een grensgalg. De graaf van Bentheim had visrecht in de Dinkel en in 1334 wordt er aan de Dinkel in het bijzijn van de graaf vrede gesloten tussen Herman Rutenkamp en de stad Oldenzaal.

Grensstenen en palen

Voor zover er geen natuurlijke grenzen voorhanden waren, zijn later landweren aangelegd en zandstenen palen geplaatst. De oudst bekende grenssteen dateert uit de late Middeleeuwen. Ze draagt het nummer 20 en is aan beide kanten voorzien van het Bentheimer wapen. Stond ze ooit eens geheel op Bentheimer grond? Nu vindt u de steen achter de parkeerplaats bij grensovergang De Poppe aan de A1. Een markante paal is nummer 1, de Drielandsteen uit 1659. Hier grensden Overijssel, het bisdom Munster en de graafschap Bentheim aan elkaar. De steen draagt de initialen van Christoph Bernard von Galen, bisschop van Munster alias Bommenberend, die de paal in het bewuste jaar liet plaatsen. In de Middeleeuwen grensden hier de bisdommen Munster en Utrecht en de graafschap Bentheim aan elkaar. Een ander bijzonder grenspunt is de Zonnetelge bij paal 24 achter in het Lutterzand bij Holt en Haar. Takken van die boom werden gebruikt om het paasvuur aan te steken.

Markegrenzen

Toen er nog niet zoveel mensen waren, waren grenzen niet nodig. In de loop der tijd is de bevolking zozeer gegroeid, dat men zich in de 13de eeuw gedwongen zag de beschikbare ruimte beter te verdelen. Hier ligt de oorsprong van de marken. Halfweg twee centrale punten ontstond als het ware vanzelf een grens. Zo'n grens kon worden vastgelegd door bijzondere kenmerken in het terrein, zoals een beek of het Peerdegat op de Tankenberg. In het veld waren het grote veldkeien, die als markesteen de grens bepaalden. Uit de marken zijn later de gemeenten ontstaan.
Op een nog lager niveau scheidt een perceelsgrens de grond van verschillende eigenaren. Bij weidegronden kon zo'n grens de vorm aannemen van een dicht beplante, ondoordringbare wal. Het is bijna niet voor te stellen hoezeer de uitvinding van het prikkeldraad door Joseph F. Glidden in 1873 het landschap bij ons veranderd heeft. Wallen verdwenen en veehoeders waren niet meer nodig.

Scheidslijn

In Losser is de grens nooit ver weg. De grens drukt een stempel op het leven in de gemeente. Ze scheidde oorlog van vrede, geloofsvervolging van godsdienstvrijheid of werk van werkloosheid. Prijsverschillen nodigden uit om te gaan smokkelen of tegenwoordig om te verhuizen. Direct of indirect is de grens altijd aanwezig.