Ellende
Aan het einde van de achttiende eeuw ging het niet goed met de Nederlandse economie. Veel mensen waren werkloos en het onderwijs was slecht. Vooral de armen hadden het zwaar. Rond 1800 stierf twintig procent van de kinderen in de omgeving van het huidige Leidschendam-Voorburg vóór hun vijfde jaar.
Willem V
Politiek ging het ook niet zo best. Na de dood van stadhouder Willem IV in 1751 was het bestuur overgegaan op zijn driejarige zoon Willem V. Zijn moeder nam voorlopig zijn taken waar, maar ook zij stierf acht jaar later. De regering kwam daarna in handen van haar neef Lodewijk Ernst van Brunswijck-Wolfenbüttel. Ook toen Willem V volwassen was, liet hij het nemen van grote beslissingen vaak aan zijn raadsman over. Hij stond niet erg stevig in zijn schoenen.
Verzet
Het volk had juist behoefte aan een sterke leider. In 1781 verwoordde Joan Derk Cappellen van der Pol hun ontevredenheid over de stadhouder in het pamflet 'aan het volk van Nederland'. Hierin beweerde hij dat het land heel wat beter af zou zijn zonder de stadhouder. Volgens hem moesten wijze mannen het land regeren. Ook zette hij de burgers aan zichzelf te bewapenen om de Republiek te kunnen verdedigen.
Gewapend verzet
Na de oproep ontstonden er overal in het land groepjes die wapens kochten en oefenden in schieten en marcheren. Ze noemden zichzelf Patriotten. In Veur werd in 1784 zo'n Patriotse sociëteit opgericht. Een jaar later werd Willem V door de Patriotten uit Den Haag verdreven naar Nijmegen.
Een jaar later kreeg ook Stompwijk een Patriots exercitiegezelschap met de naam 'Sociëteit van Wapenhandel'. Elke maandagavond vertrokken de leden vanaf het Sluisplein naar een geschikt oefenveld. Op een dag belandde een Haagse Oranjegezinde familie per ongeluk op het exercitieterrein. De leden van de sociëteit mishandelden 'de vijand' behoorlijk.
In Voorburg werden de Patriotten geleid door Wijbo Fynje, de bewoner van het landgoed Vliet en Burgh. Later zou hij in de Haagse Gevangenpoort belanden, na een poging tot een staatsgreep.
Oranjegezinden
Al snel ontstonden er ook 'Oranjecorpsen'. Vooral in Voorburg woonden veel Oranjegezinden. Onder leiding van Cornelis Siliakus deden zij sinds 1786 drie keer per week militaire oefeningen. Ook lanceerde Siliakus de ''s Graavenhaagsche en Rotterdamsche Post-Waagen', een Oranje-propagandablad.
In 1787 vernielden de Patriotten de huizen van de Oranjegezinden uit Voorburg. Vier weken later keerde stadhouder Willem V terug naar Den Haag, geholpen door het leger van zijn Pruisische zwager. Nu sloegen de Oranjegezinden terug. De Patriotten kregen een flinke aframmeling.
Moord in De Swaen
Later dat jaar wilden vijf Oranjegezinden Hagenaars de Voorburgse Patriotten nog eens pesten. Ze brachten in de Patriotse herberg De Swaen een dronk uit op de stadhouder. Ze dwongen de kasteleinsknecht mee te proosten op Willem V. Die werd toen zo kwaad, dat hij één van de vijf Oranjegezinden doodstak. Hierop volgde een flinke rel. Oranjegezinden plunderden herberg De Swaen en vijftien Patriotse huizen. De knecht van De Swaen werd veroordeeld tot de dood op het schavot.