Nieuwegein

Wederopbouw en nieuwe bewoners

In de Middeleeuwen lag aan de Vaartse Rijn het dorpje 't Gein, dat zelfs stadsrechten ontving van de Utrechtse bisschop maar nooit tot een levensvatbare nederzetting uitgroeide. Op de plek waar de Vaartse Rijn uitmondde in de Lek ontstond wel een dorpje, Vreeswijk. De inwoners leefden onder meer van de klandizie die de vele schippers boden, die bij het grote sluizencomplex soms dagen moesten wachten, voordat ze verder konden varen. In het noorden lag het dorp Jutphaas, met zijn vele steenfabrieken.

Een deel van Jutfaas werd in 1954 bij Utrecht getrokken, het zuidelijk deel werd de kern van een heel nieuwe stad: Nieuwegein. Hier werden in de jaren zestig en zeventig vele nieuwe woonwijken gebouwd. In 1958 al was het plan gelanceerd om hier een uitbreidingswijk te bouwen en na de samenvoeging van Jutfaas en Vreeswijk tot Nieuwegein in 1971, vestigden zich hier vele Utrechters. De stad telt heden ten dage ruim 60.000 inwoners.

Nieuwegein is opgezet vanuit de tuinstadgedachte, met veel groen. Naast woonhuizen is er ook veel ruimte voor bedrijvigheid. De stad werd met een sneltram verbonden met Utrecht. Ook het Amsterdam-Rijnkanaal loopt door de gemeente.